oefenen stoffen en deeltjes

oefenen met stoffen en deeltjes
pak telefoon en doe mee!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

oefenen met stoffen en deeltjes
pak telefoon en doe mee!

Slide 1 - Tekstslide

als een stof vloeibaar is, zitten de moleculen...
A
vast op hun plek.
B
nergens aan vast.
C
vast aan elkaar, maar kunnen ze wel vrij bewegen.
D
op een stoel.

Slide 2 - Quizvraag

koffie zetten
Kira gaat koffie zetten. Hierbij verwarmt
ze water in een waterkoker tot dat het
water gaat koken. Daarna giet ze het
water over de koffie. De koffie zit in een
filter bovenop een kopje.

Slide 3 - Tekstslide

welke vase overgang vindt er plaats als het water kookt?
A
rijpen
B
verdampen
C
condenseren
D
indampen

Slide 4 - Quizvraag

welke twee scheidingsmethodes vinden er plaats?

Slide 5 - Open vraag

wat voor een soort mengsel is de koffie die in het kopje zit?
A
emulsie
B
suspensie
C
oplossing
D
filtratie

Slide 6 - Quizvraag

koffie
Na het koffie zetten haalt Kira de filter houder van de beker af en doet ze er een deksel op. Na een tijdje ontstaan er waterdruppels aan de onderkant van
de deksel.

Slide 7 - Tekstslide

vul de zin in:
de waterdruppels zijn ..... (fase) het was eerst .... (fase) maar is .... (faseovergang).

Slide 8 - Open vraag

gouden ketting
Kirk heeft een ketting gekregen voor zijn verjaardag. de ketting zie er goudkleurig uit, maar hij wil testen of hij ook echt van goud is. Hij pakt een maatcilinder  en zet deze op een weegschaal. vervolgens giet hij
20 mL water in de maatcilinder en
drukt op de weegschaal op tare
(naar nul zetten).

Slide 9 - Tekstslide

goud of niet?
Vervolgens stopt Kirk de ketting in het water. Hij leest en volume van 27,5 mL af, en een gewicht van 145 g. wat is de dichtheid van de ketting?

Slide 10 - Tekstslide

is de ketting van goud?
En drijft de ketting?
Zou kurk drijven?

Een beker met melk
en kwik. Welke drijft
boven?

Slide 11 - Tekstslide