wk 45: lezen en spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Terugblik

Fictie:

• Je hebt je eindopdracht laten beoordelen door klasgenoten en zelf 2 eindopdrachten beoordeeld.
• Je weet of je eindopdracht voldoende is of wat je moet aanvullen als deze onvoldoende is ('T' op je cijferlijst).

Tekstbegrip

• Je leert welke 6 tekstdoelen er zijn en kunt voorbeelden bij ieder tekstdoel vinden
•  Je weet welk tekstsoort bij ieder doel hoort.
• Je weet welke 3 soorten publiek er zijn en kunt het juiste publiek aan een tekst koppelen.

Publiek

Bij het schrijven van een tekst houdt een schrijver op verschillende manieren rekening met zijn publiek.

Om te bepalen voor wie een tekst is bedoeld, kijk je naar: onderwerp, inhoud en taalgebruik

Onderwerp

Waar gaat de tekst

over?

Voor wie is het

onderwerp interessant?

Inhoud

Welke voorkennis heeft

het publiek?

Staan er weinig of veel

vaktermen in de tekst?

Taalgebruik

Een schrijver stemt zijn 

tekst met zijn taalgebruik

en toon af op zijn publiek. 

Aantekening: 3 soorten publiek

Er zijn 3 soorten publiek:

1. breed publiek: Deze tekst is bedoeld voor een hele grote groep lezers. Bijvoorbeeld: lezers van de Volkrant of NRC
2. kleiner gespecialiseerd publiek: Deze tekst is bedoeld voor een groep lezers die geïnteresseerd is in een bepaald onderwerp. Bijvoorbeeld: lezers van de Voetbal international of Linda meiden.
   
3. één persoon of klein groepje: een brief of berichtje via whatsapp naar iemand of een uitnodiging voor een vergadering.

Aantekening: tekstdoelen en -soorten

Kies 2 tekstvormen als voorbeeld

Opdracht in tweetallen

Per tweetal krijg je een poster (A3-papier). 

Zoek bij ieder tekstdoel een voorbeeld. Knip dit uit en plak het op. Noteer bij iedere tekst: het tekstdoel, de tekstsoort, de tekstvorm en het/de soort publiek. 

Noteer jullie voor- en achternaam + klas op de achterkant

Spelling

• Je maakt een 1-toets werkwoordspelling
• Je weet de regels achter de pv tegenwoordige en verleden tijd
  
• Je weet de regels van het voltooid deelwoord
• Je weet de regels van de infinitief
• Je oefent met lastige onderdelen

1-toets werkwoordspelling

Open de app 'Socrative'. 

Vul kamernummer: 360028 in.

Wacht tot je docent de toets heeft gestart

Vul je voor- en achternaam in!

Klaar? iPad aan de kant en pak je leesboek even voor je.

Oefenen ww-spelling

1.         --> ww-spelling --> oefening 6 en 8 maken + zelf nakijken.
   
2.         --> ww-spelling --> oefening Nina Wu maken (wordt klassikaal nagekeken).
3. Oefen met sites als jufmelis.nl en cambiumned.nl

1.         Nakijken (moet nog?): opdr 9 blz. 28, opdr 4 blz. 80 en opdr 7 blz. 82.
   
2.        Spoedcursus ww-spelling maken: opdr 3, 4 en 5 maken en zelf nakijken
3. Oefen met sites als jufmelis.nl en cambiumned.nl

Afsluiting 1 vwo

Huiswerk volgende les:

Je hebt de aantekening uit dia 8 en 9 in je schrift staan (wordt gecontroleerd)