•Pak beiden een stoel, rug tegen elkaar
• Een deelnemer is A de andere deelnemer is B
• Deelnemer B begint met tekenen, tekening bestaat uit simpele vormen
• A gaat na tekenen aan de hand van de gesproken instructies van persoon B
•A mag de tekening niet inzien
• B begint met het beschrijven van zijn tekening ‘begin met het tekenen van een
Middel groot Vierkant in het midden van het papier. Teken daarna een driehoek
Die aan de onderkant met het puntje in het vierkant staat. Als laatste en cirkel
Linksboven het vierkant en die het vierkant niet raakt ’
• Deelnemers draaien zich om en vergelijken de tekeningen met elkaar
• Geef elkaar feedback op hoe de tekening is geworden en of het klopt