Hoofdstuk 5 Indexcijfers-inflatie

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je  het cpi berekenen (consumentenprijsindex) en reële rente uitrekenen.

Bereken de indexcijfers
van jaar 2012 t/m 2016.
Het basisjaar is 2013.

1. 97 - 100 - 99 - 101 - 105
2. 103 - 100- 102 - 105 - 106
3. 97% - 100% - 99% - 101% - 105%
4. (-3%) - (0%) - (-1%) - (+1%) - (+5%)

Bereken het CPI van 2019

Rendement

- Rendement = investeringsopbrengst / investering x 100% 

- Nominaal rendement (zonder inflatie correctie)

- Reëel rendement (met inflatie correctie) 

Formule: 

RIC = NIC / PIC x 100 

Formule omschrijven

• Ric = Nic/Pic x 100 is een lineaire formule
• Ezelsbruggetje: 3 = 6/2

Dan geldt ook 

Ric * Pic = Nic immers 3 * 2 = 6

en NIC / RIC = PIC immer 6 / 2 = 3

Voorbeeld

Iemand krijgt 3,3% rente op zijn rekening. Het cpi bedraagt 2,1%. Wat bedraagt het reële rendement?

Ric= nic/picx100

103,3/102,1x100=101,08

Het spaargeld is reëel gezien met 1,08% toegenomen.

Frans en Ine hebben 20 jaar geleden een huis gekocht voor omgerekend € 104.000. Op dit moment heeft het huis een waarde van € 225.000; de afgelopen 20 jaar is het gemiddelde prijsniveau met 55% gestegen.
Als Ine concludeert dat het rendement bijna 40% bedraagt bedoelt ze het ...I... rendement. Als Frans concludeert dat zijn rendement meer dan 100% bedraagt is dat het ...II... rendement.
De conclusie is dat ...III... aan geldillusie lijdt.

1. I = nominaal; II = reëel; III = Ine
2. I = reëel; II nominale; III = Ine
3. I = reëel; II nominale; III = Frans
4. I = nominaal; II = reëel; III = Frans

Waar houden we bij het reëel rendement rekening mee en bij het nominale rendement niet?

1. De rente
2. Inflatie
3. De koersstijging van aandelen.
4. De kosten van het beleggen.

De rente die een bank uitkeert op je spaarrekening is een voorbeeld van reëel rendement

1. Juist
2. Onjuist

1. In 2016 is het CPI 103
2. In 2016 is het CPI 105
3. In 2016 is het CPI 113

Waar staan de letters CPI voor?

1. Consumenten Prijs Indexcijfer
2. Consumenten Product Informatie
3. Centrale Prijs Inspectie
4. Collectieve Prijs Introductie

Het CPI ....

1. is consumenten- en producentenindex
2. is hetzelfde als inflatie
3. is hetzelfde als geldontwaarding
4. stijgt bij inflatie

De formule voor het berekenen van het reële rendement is:

1. RIC = NIC x PIC / 100
2. RIC = NIC / PIC x 100
3. RIC = PIC / NIC x 100

Iemand krijgt nominaal 4,2% rente op zijn spaarrekening. De inflatie bedraagt 2,4%. Wat is zijn reeële rendement?

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je  het cpi berekenen (consumentenprijsindex) en reële rente uitrekenen.

In welke mate is het lesdoel behaald?

1. 20%
2. 40%
3. 60%
4. 80%

Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?

Weektaak

Opgaven hoofdstuk 4 maken

Waar kijkt de ECB naar?

• Factoren die de prijzen opdrijven (zoals economische groei)
• Hoeveelheid geld in de economie (meer geld voor evenveel goederen)

Wat kan de ECB doen?

De ECB bepaalt de rente voor leningen. Bij een hogere rente wordt minder geleend. Dan is er minder geld om spullen te kopen. De prijzen zullen dan minder stijgen (inflatie blijft laag)

Taak van de ECB

De prijzen stabiel houden (alleen een lichte stijging) 

en zo het 'inflatie monster' verslaan :)

Via het rentetarief beïnvloeden ze de kredietverlening (hogere rente => minder leningen => minder geld in de economie)