Woordsoorten

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Woordsoorten

Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, persoonlijk voornaamwoord

Het  meisje  is  van  de  houten  schommel  gevallen.

Hebben  jullie  de  grijze  kat  van  de  buurman  gezien?

Lidwoorden: de, het, een. Staan voor een zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord: mensen, dieren, dingen, namen.

Bijvoeglijk naamwoord: kenmerken of eigenschappen.

Persoonlijk voornaamwoord: staat op de plaats van het zelfstandig naamwoord dat het vervangt.

Voorbeelden: ik, jij, hij, zij, het. 

Wat is het lidwoord?
De oude kat sprong op de kast.

1. oude
2. de
3. kat
4. op

Welke zelfstandige naamwoorden zitten er in?
De oude kat sprong op de kast.

1. Oude en kat
2. Kat en de
3. Oude en kast
4. Kat en kast

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De oude kat sprong op de kast.

1. oude
2. kat
3. op
4. kast

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?
Geef jij de planten water?

1. Geef
2. De
3. Jij
4. Planten

Lidwoord

Werkwoord

Zelfstandig naamwoord

Bijvoegelijk naamwoord

Persoonlijk
Voornaamwoord

Zaterdag

hebben

zij

een

lange

rit

naar

het

mooie

strand

gemaakt.

Hij

zijn

Lidwoord

Werkwoord

Zelfstandig naamwoord

Bijvoegelijk naamwoord

Persoonlijk

Voornaamwoord

verkoopt

oude

spullen

op

de 

rommelmarkt.

Lidwoord

Werkwoord

Zelfstandig naamwoord

Bijvoegelijk naamwoord

Persoonlijk
Voornaamwoord

De

kinderen

maken

voetballen

van

kapotte

autobanden.

Hebben de honden de smerige modder in hun witte vacht al schoon gelikt?
Vul de lidwoorden in.

Hebben de honden de smerige modder in hun witte vacht al schoon gelikt?
Vul de zelfstandige naamwoorden in.

Jij mag naar buiten als je de planten hebt water gegeven.
Vul de persoonlijke voornaamwoorden in.