workshop - de mysterie

• Geschiedenis
• Beroepsopleiding

activerende didactiek

het Mysterie

Wat gaan we vandaag doen?

• introductie activerende didactiek
• introductie 'het mysterie' (wat en waarom?)
• Hoe maak je een mysterie?
• Hoe pas je een mysterie aan m.b.t. niveau?

Activerende Didactiek

• verzamelnaam voor allerlei werkvormen
• methodiek: het stimuleren van de (denk)activiteit van een leerling.De stof niet in hapklare brokken tot zich nemen, maar onder invloed van ervaringen zelf kennis construeren.

Doel: meer plezier, uitdaging, vaardigheden

naast kennis, beter leerprestaties.

het mysterie

• De ultieme activerende opdracht
• Leerlingen (in groepjes) krijgen een probleem en ca. 20-30 kaartjes met informatie. Door te selecteren, categoriseren, relateren van de informatie en discussieren met elkaar moeten ze een oplossing vinden voor het probleem. 
• Tijdens de nabespreking worden enkele groepen gevraagd hun oplossing en werkwijze te presenteren. Hierna kan een discussie ontstaan. 

Opzet van een les

1. introductie van het onderwerp en de opdracht (max. 10 min.)
2. leerlingen gaan aan de slag met de kaarten (ca.  25 min.)
3. klassikale nabespreking (manier waarop ze het hebben aagepakt, inhoudelijke relaties van het probleem en de oplossing): discussie stimuleren wanneer er verschillende uitkomsten zijn.  (ca. 15 min.)

Waarom zou je dit doen?

• uit onderzoek gebleken: kennis beklijft beter en er wordt meer aangeleerd (vaardigheden)
  
• het is eens iets anders = LEUK!
• uitdagend
• samenwerkens opdracht
• 21th century skills
• mogelijkheid tot differentieren 

Hoe maak je een mysterie?

Er zijn twee soorten mysteries: het verhaal en het probleem

- het verhaal: schrijf een verhaal met daarin de informatie die je wilt aanrijken. Knip dit verhaal in stukjes.

- het probleem: bedenk een hoofdvraag. Zoek

hierbij zoveel mogelijk bronnen. Schrijf 

belangrijke informatie op kaartjes

Hoe pas je het niveau aan?

het niveau wordt bepaald door een aantal dingen:

1. het aantal kaarten (minder kaarten is makkelijker)

2. verbanden (moeilijkheid en hoeveelheid)

3. gebruikte bronnen en taalgebruik

4. open of gesloten probleem (een of meerdere oplossingen)

Hiermee kun je spelen, om het niveau aan te passen. 

eenseenandereles.

jouwweb.nl

Waar kun je deze en andere werkvormen vinden?

Geschiedenis: Actief Historisch denken

Maatschappijleer: Actief Denken met Maatschappijleer

Aardrijkskunde: Leren Denken met Aardrijkskunde

Economie: Leren Denken met Economie

SLO heeft leuke artikelen. Talen bezig met Thinking Skills.