Wereldoriëntatie 7/8 - Algemeen tekstbegrip | Wat is heilig in het jodendom?


Ik wil meer weten!
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Introductie

Digibordles

Onderdelen in deze les


Ik wil meer weten!

Slide 1 - Tekstslide

Ik kan vertellen over de Thora, het heilige boek van de joden.
Ik kan vertellen over enkele heilige gebruiken en plekken in het jodendom.
Ik weet wat een synagoge en een rabbijn is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?

Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
En...

Slide 3 - Tekstslide

...wat weet je er al van?
En bespreek dit met je maatje.
Schrijf alles wat je al weet over het jodendom op je wisbord of een papiertje.

Slide 4 - Tekstslide

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat:
heilig, jodendom, godsdienst, tradities, eeuwenoud, Tenach, Thora, perkament, koosjer, profeet, rollers, geschrift, zorgvuldig, geborduurde, mantel, volgens, gebruik (oud gebruik), vak apart, schrijfwijze, leeswijzer, jad, Talmoed, commentaren.
De leerkracht doet het voor.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat:
sabbat, rustdag, gezamenlijk, gebeden, rituelen, geschapen, herdenken, gebod/ geboden.
We doen het samen!

Slide 7 - Tekstslide

Tekstgerichte vragen:
Wat is het belangrijkste deel van de Tenach, het heilige boek van de joden?
Waarom gebruiken de lezers van de Thora een leeswijzer, een zogenaamde jad?
Op welke manier herdenken joden de zevende dag, de rustdag, van God toen hij de wereld schiep?
Noem enkele belangrijke kenmerken van het joodse geloof.
Zou jij je meer thuisvoelen bij de orthodoxe joodse gemeenschap of bij de liberale joodse gemeenschap en waarom?
Als jij een briefje in de Klaagmuur zou mogen stoppen, wat zou daar dan opstaan?
Vat de tekst in tweetallen verder samen. Maak daarna de tekstgerichte vragen.

Slide 8 - Tekstslide

Cito-vraag:
De gelezen tekst is een voorbeeld van een:
A: amuserende tekst
B: betogende tekst
C: informerende tekst
D: activerende tekst

Slide 9 - Tekstslide

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 
Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?
Wat hebben jullie opgeschreven?

Slide 10 - Tekstslide

Tot de 
volgende keer!

Slide 11 - Tekstslide