In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Ga vast zitten volgens de plattegrond
Doe je boek alvast open op bladzijde 212-213
Pak je schrift
Slide 1 - Tekstslide
1.Cursus 6: Formuleren herhalen.
2. Online oefenen via Magister -> leermiddelen
3. Beginnen aan Cursus 1: Meer dan Lezen.
In deze les gaan we
Slide 2 - Tekstslide
De lesdoelen
Je kunt de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.
Je kunt de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.
Slide 3 - Tekstslide
Kies het juiste verwijswoord.
Mijn ouders eten graag bij (1) restaurant, waar (2) bekende zanger het altijd over heeft.
A
(1) dat (2) die
B
(1) deze (2) die
C
(1) dat (2) dat
D
(1) die(2) dat
Slide 4 - Quizvraag
Kies het juiste verwijswoord.
Hugo en Noor zijn ervan overtuigd dat ze met (1) liedjes (2) talentenjacht gaan winnen.
A
(1) die(2) dat
B
(1) dat(2) die
C
(1) deze (2) deze
D
(1) deze (2) dat
Slide 5 - Quizvraag
Kies het juiste verwijswoord.
Kun jij (1) stoel even naar boven brengen?
A
deze
B
die
C
dat
D
dit
Slide 6 - Quizvraag
Kies het juiste verwijswoord.
Om (1) level uit te spelen moet je (2) tegenstander verslaan.
A
(1) dit (2) die
B
(1) deze (2) dat
C
(1) deze (2) deze
D
(1) dit (2) deze
Slide 7 - Quizvraag
Kies het juiste verwijswoord.
Uit (1) onderzoek blijkt dat (2) middelen erg effectief werken tegen vermoeidheid.
A
(1) dit (2) die
B
(1) deze (2) dat
C
(1) dat (2) deze
D
(1) deze (2) deze
Slide 8 - Quizvraag
Voor jezelf oefenen
Magister -> Leermiddelen -> Trainen
H6 Formuleren
Kies uit §1, §2 of §3
Online verder oefenen (Magister -> leermiddelen)
timer
10:00
waar?
wat?
klaar?
Slide 9 - Tekstslide
6.2
Slide 10 - Tekstslide
1.1 Onbekende woorden
1.2 Onderwerp
1.3 Hoofdgedachte
1.4 Tekstdoelen en -soorten
1.5 Inleiding, middenstuk, slot
1.6 Deelonderwerpen
1.7 Stppenplan lezen
1.8 Meer Lezen
Waaruit bestaat de cursus
Meer dan Lezen?
Slide 11 - Tekstslide
1.1 Onbekende woorden
1.2 Onderwerp
1.3 Hoofdgedachte
1.4 Tekstdoelen en -soorten
1.5 Inleiding, middenstuk, slot
1.6 Deelonderwerpen
1.7 Stppenplan lezen
1.8 Meer Lezen
Waaruit bestaat de cursus
Meer dan Lezen?
Slide 12 - Tekstslide
§1 Onbekendewoorden
Soms leer je een woord waarvan je de betekenis niet kent. Je kunt dan een woordraadstrategiegebruiken om de betekenis van het woord te ontdekken. In deze paragraaf behandelen we drie woordraadstrategieën.
Slide 13 - Tekstslide
woordraadstrategie 1
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Deze woorden noem je synoniemen. Trottoir is een synoniem van stoep.
Vaak staan synoniemen van elkaar in dezelfde zin. Zo niet, lees dan ook de zin voor het moeilijke woord of de zin erna. Bij een synoniem gaat het om één woord dat dezelfde betekenis heeft als het het onbekende woord.
Een synoniem zoeken
Slide 14 - Tekstslide
woordraadstrategie 2
Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord. Bij een omschrijving worden meer woorden gebruikt dan bij een synoniem.
Omschrijving staan vaak:
(tussen haakjes)
, tussen komma's,
in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna
Een omschrijving zoeken
Slide 15 - Tekstslide
woordraadstrategie 3
Er komt vaak een voorbeeld na woorden als: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van...
In het ziekenhuis werken veel specialiteiten, zoals een oogarts en en een chirurg
Voorbeelden kunnen ook na een dubbele punt of tussen haakjes of komma's staan.
Tijdens biologie hadden we het over het gebruik van onze zintuigen: zien, horen, proeven, voelen, ruiken.
Een voorbeeld zoeken
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Klassikaal oefenen
H1 Meer dan Lezen
§1: Onbekende woorden
Bladzijde 10-11
Opdracht 1
Let goed op
Schrijf en doe mee
waar?
wat?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Huiswerk voor morgen
H1 Meer dan Lezen
§1: Onbekende woorden
Bladzijde 10-12
Opdracht 2
waar?
wat?
Slide 20 - Tekstslide
Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu:
Wanneer je de verwijswoorden deze, die, dit en dat moet gebruiken.
Wat woordraadstrategieën zijn.
Hoe je een synoniem, een omschrijving en een voorbeeld in een tekst kunt herkennen.
Slide 21 - Tekstslide
De lesdoelen
Je kunt de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.
Je kunt de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.