u1k Herhaling Formuleren + Start Lezen §1 (maandag 7 nov)

Welkom
  • Ga vast zitten volgens
    de plattegrond
  • Doe je boek alvast open
    op bladzijde 212-213
  • Pak je schrift



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Ga vast zitten volgens
    de plattegrond
  • Doe je boek alvast open
    op bladzijde 212-213
  • Pak je schrift



Slide 1 - Tekstslide

1. Cursus 6: Formuleren herhalen.
2. Online oefenen via Magister -> leermiddelen
3. Beginnen aan Cursus 1: Meer dan Lezen.


In deze les gaan we

Slide 2 - Tekstslide

De lesdoelen
  • Je kunt de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.
  • Je kunt de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Kies het juiste verwijswoord.

Mijn ouders eten graag bij (1) restaurant, waar (2) bekende zanger het altijd over heeft.



A
(1) dat (2) die
B
(1) deze (2) die
C
(1) dat (2) dat
D
(1) die(2) dat

Slide 4 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord.

Hugo en Noor zijn ervan overtuigd dat ze met (1) liedjes (2) talentenjacht gaan winnen.



A
(1) die(2) dat
B
(1) dat(2) die
C
(1) deze (2) deze
D
(1) deze (2) dat

Slide 5 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord.

Kun jij (1) stoel even naar boven brengen?


A
deze
B
die
C
dat
D
dit

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord.

Om (1) level uit te spelen moet je (2) tegenstander verslaan.


A
(1) dit (2) die
B
(1) deze (2) dat
C
(1) deze (2) deze
D
(1) dit (2) deze

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste verwijswoord.

Uit (1) onderzoek blijkt dat (2) middelen erg effectief werken tegen vermoeidheid.


A
(1) dit (2) die
B
(1) deze (2) dat
C
(1) dat (2) deze
D
(1) deze (2) deze

Slide 8 - Quizvraag

Voor jezelf oefenen
Magister -> Leermiddelen -> Trainen
H6 Formuleren
Kies uit §1, §2 of §3

Online verder oefenen
(Magister -> leermiddelen)

timer
10:00
waar?
wat?
klaar?

Slide 9 - Tekstslide

6.2

Slide 10 - Tekstslide

1.1 Onbekende woorden
1.2 Onderwerp
1.3 Hoofdgedachte
1.4 Tekstdoelen en -soorten
1.5 Inleiding, middenstuk, slot
1.6 Deelonderwerpen
1.7 Stppenplan lezen
1.8 Meer Lezen
Waaruit bestaat de cursus
Meer dan Lezen?

Slide 11 - Tekstslide

1.1 Onbekende woorden
1.2 Onderwerp
1.3 Hoofdgedachte
1.4 Tekstdoelen en -soorten
1.5 Inleiding, middenstuk, slot
1.6 Deelonderwerpen
1.7 Stppenplan lezen
1.8 Meer Lezen
Waaruit bestaat de cursus
Meer dan Lezen?

Slide 12 - Tekstslide


§1
Onbekende woorden


Soms leer je een woord waarvan je de betekenis niet kent. Je kunt dan een woordraadstrategie gebruiken om de betekenis van het woord te ontdekken. In deze paragraaf behandelen we drie woordraadstrategieën.

Slide 13 - Tekstslide

woordraadstrategie 1
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Deze woorden noem je synoniemen. Trottoir is een synoniem van stoep.
Vaak staan synoniemen van elkaar in dezelfde zin. Zo niet, lees dan ook de zin voor het moeilijke woord of de zin erna. Bij een synoniem gaat het om één woord dat dezelfde betekenis heeft als het het onbekende woord.
Een synoniem zoeken

Slide 14 - Tekstslide

woordraadstrategie 2
Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord. Bij een omschrijving worden meer woorden gebruikt dan bij een synoniem.

Omschrijving staan vaak:
  • (tussen haakjes)
  • , tussen komma's,
  • in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna
Een omschrijving zoeken

Slide 15 - Tekstslide

woordraadstrategie 3
Er komt vaak een voorbeeld na woorden als: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van... 
  • In het ziekenhuis werken veel specialiteiten, zoals een oogarts en en een chirurg
Voorbeelden kunnen ook na een dubbele punt of tussen haakjes of komma's staan.
  • Tijdens biologie hadden we het over het gebruik van onze zintuigen: zien, horen, proeven, voelen, ruiken.
Een voorbeeld zoeken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Klassikaal oefenen
H1 Meer dan Lezen
§1: Onbekende woorden
Bladzijde 10-11
 
Opdracht 1

  • Let goed op
  • Schrijf en doe mee

waar?
wat?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk voor morgen
H1 Meer dan Lezen
§1: Onbekende woorden
Bladzijde 10-12
 
Opdracht 2
waar?
wat?

Slide 20 - Tekstslide

Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu:
  • Wanneer je de verwijswoorden deze, die, dit en dat moet gebruiken.
  • Wat woordraadstrategieën zijn.
  • Hoe je een synoniem, een omschrijving en een voorbeeld in een tekst kunt herkennen. 

Slide 21 - Tekstslide

De lesdoelen
  • Je kunt de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.
  • Je kunt de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 22 - Tekstslide