Les 11 § 1.5 Woorden (1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Het bepalen van de kernzin van een alinea

Welkom

Ga rustig zitten

Pak Ta!ent en je  laptop.

Lesdoelen

• Start Ta!ent § 1.5 Woorden (HOOFDSTUKTOETS)
• Je leert nieuwe woorden te gebruiken (gestuurd via e-mail)
• Je leert wat voorvoegsels zijn en hoe je deze gebruikt

Ga naar: www.lessonup.app

Quizvragen

Vul bij de volgende quizvragen op de lege plekken woorden in. Deze woorden staan al in jouw 'woordenschatkist'. Ze gaan over het lesboek Ta!ent.

Het boek van Talent heeft vijf

We behandelen nu de vijfde ______ van hoofdstuk 1.

In de woordenlijst (p. 42) lees je rechts de _________ van woorden.

Woordenlijst

Lees de woordenlijst (p. 42) 2 min.

Welk woord past hier ook?

• Kijk bij de volgende zinnen naar de onderstreepte woorden. Welk woord past hier ook? (synoniem) 
• Kies hierbij uit de woorden in de woordenlijst van p. 42. 

Hoe kan ik mijn gegevens verwijderen van mijn oude telefoon?

De burgemeester wil een verbod op vuurwerk laten gelden.

Hoe oud is Máxima? Dat ga ik online opzoeken.

De vriendinnen waren recepten aan het ruilen.

Kies uit de lijst één woord dat je nog niet kende. Maak er zelf een zin mee.

Inschakelen (p. 42)

1. hulp vragen
2.  een apparaat aanzetten

Welke is juist?

De buurman schakelde de politie in.

1. 1
2. 2

Staat jouw webcam ingeschakeld?

1. 1
2. 2

Ouders schakelen opa’s en oma’s in om op de kinderen te passen.

1. 1
2. 2

Maak zelf twee zinnen met inschakelen. Elke zin met een andere betekenis.

(p. 43)

Vul de ontbrekende woorden straks met woorden uit de woordenlijst van p. 42

Fokke en Sukke sturen zelf alleen nog
_____________ berichten.

Ze bewaren waarschijnlijk geen papieren ___________

Denk jij dat papieren brieven en kaarten ooit zullen verdwijnen? Verklaar je antwoord.

Stel, jij hebt helemaal geen papieren schoolboeken meer. Hoe ga jij leren voor een proefwerk? Noteer je antwoord en let hierbij op hoofdletters en leestekens. Gebruik de woorden digitaal (of digitale) en data.

Lees in de woordenlijst de betekenis van document.

Geef een voorbeeld van een belangrijk papieren document.

Nordin gebruikt __________, want hij zit op Instagram en Tiktok.

1. de data
2. hey systeem
3. de sociale media
4. opstarten

Ik stuur u het formulier als ________
bij deze e-mail.

1. data
2. laster
3. bijlage
4. document

In de zorg moet je __________
werken. Je doet niet zomaar wat.

Thuis kan ik in elke kamer tv-kijken door het draadloos ___________

Schrijf twee zinnen. Gebruik in ieder zin één van de volgende woorden: sociale media, bijlage, systematisch of systeem

Maak een zin met invoeren (woordenlijst p. 42) en gebruik hierin de woorden: auto – hoeveel – Duitsland

Maak een zin met invoeren (woordenlijst p. 42) en gebruik hierin de woorden: wet – minister – nieuw

Maak een zin met invoeren (woordenlijst p. 42) en gebruik hierin de woorden: secretaresse – data – computer