Spelling H3 Koppelteken en weglatingsstreepje

Lesdoelen

- Je leert het koppelteken en weglatingsstreepje correct te gebruiken

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen

- Je leert het koppelteken en weglatingsstreepje correct te gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

H3 Spelling Koppelteken en weglatingsstreepje
-

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Koppelteken
In woorden met de voorvoegsels:
adjunct-                 leerling-
aspirant-                niet-
bijna-                       non-
ex-                             oud-
interim-                                                         ex-roker
kandidaat-                                                   oud-voorzitter

Slide 8 - Tekstslide

Koppelteken
Als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft anti-, oer-, on- en pro
on-Hollands
pro-Amerikaans

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 12 - Quizvraag

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
dorpsstraten en dorpspleinen

Slide 13 - Open vraag

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
grote kinderen en kleine kinderen

Slide 14 - Open vraag

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
hoestsiroop en hoesttabletjes

Slide 15 - Open vraag


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
adjunctdirecteur
B
adjunct directeur
C
adjunct-directeur

Slide 16 - Quizvraag

werkwoordspelling opdr. 5 blz. 269 boek
Maak samen met elke werkwoordsvorm een zin van ten minste acht woorden.
a. bereid
 b. bereidt
     c...... enzovoort

Slide 17 - Tekstslide