Dysartrie

Dysartrie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Dysartrie

Slide 1 - Tekstslide

Dysartrie

Slide 2 - Woordweb

Wat is dysartrie?
Spraakstoornis
Neurologische aandoening
Kenmerken afhankelijk
Mogelijke slikproblemen

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn taal- spraakstoornissen?

Vormen van communicatiestoornissen
Alle leeftijden
Verschil taalstoornis en spraakstoornis
Taalstoornis zowel bij volwassenen als kinderen

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer wordt dysartrie gediagnosticeerd?

Afhankelijk type spraakstoornis
Logopedist en/of arts
Participatieproblemen
Verschil primaire taalstoornis en secundaire taalstoornis

Slide 5 - Tekstslide

Wat denk jij dat de oorzaak kan zijn van dysartrie?

Slide 6 - Open vraag

Oorzaken dysartrie
Verschillende oorzaken
Aandoeningen centraal zenuwstelsel
Eenzijdige verlamming of krachtsvermindering
Geheugenproblemen
Vermoeidheid
Concentratieproblemen

Slide 7 - Tekstslide

Wat denk jij dat symptomen zijn van dysartrie?

Slide 8 - Open vraag

Symptomen dysartrie
Vooral gericht op de manier van spreken
Onduidelijk tot onverstaanbaar
Een verstoorde ademhaling
Stacato, dit geeft de patiënt een haperige too bij het spreken van lettergrepen of juist dat de lettergrepen elkaar overlappen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Prevalentie dysartrie
Binnen algehele populatie volwassenen onbekend
Prevalentie na CVA 35% in acute stadium, chronisch stadium 15%, acuut stadium 58%
Prevalentie  parkinsonpatiënten rond de 70%
Vasculaire dementie schatting van 43%
neuromusculaire aandoening 42-62%
MS 51%                          ALS 80-93%

Slide 11 - Tekstslide

Behandeling dysartrie
Spontaal herstel
Logopedist
Familie
Communicatiemiddel

Slide 12 - Tekstslide

Advies bij dysartrie

Slide 13 - Tekstslide

Advies bij dysartrie
Patiënt
Gebruik steekwoorden
Wijzen
Gebruik gebaren
Niet te lang spreken op één adem

Slide 14 - Tekstslide

Advies bij dysartrie
Familie
Rustige omgeving
Goed oogcontact
Neem de tijd
Spreek normaal aan

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Pubquizzzz

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer spreken we van een probleem bij een spraakstoornis?
A
Als de persoon geen adem meer kan halen
B
Als de persoon zich niet langer kan houden aan de grammaticale regels
C
Als er een fout zich bevindt in de productie van de gesproken taal
D
Als er een fout zich bevindt in het gezichtspatroon

Slide 18 - Quizvraag

Wie is in de meeste gevallen betrokken bij de diagnosestelling 'dysartrie'?
A
Logopedist of arts
B
Studiecoach of docent
C
Psycholoog
D
Huisarts

Slide 19 - Quizvraag

Dysartrie is een
A
Taalstoornis
B
Spraakstoornis

Slide 20 - Quizvraag

Wat was het probleem bij meneer Wieringa qua spraak?
A
Hij sprak te snel
B
Hij had moeite met zijn articulatie
C
Hij had minder controle over zijn tong
D
Hij sprak te hees

Slide 21 - Quizvraag


Wat is een bekend probleem wat door dysartrie kan ontstaan
A
Ademproblemen
B
Hart- en vaatziekten
C
Longaandoeningen
D
Kauw- en slikproblemen

Slide 22 - Quizvraag

Welk zenuwstelsel is aangedaan bij dysartrie?
A
Autonome zenuwstelsel
B
Centrale zenuwstelsel
C
Automatische zenuwstelsel
D
Hypothalamus

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een alternatief wanneer een logopedische behandeling niet werkt?
A
Gebarentaal
B
Gehoorapparaat
C
Lenzen
D
Braille

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een zo goed mogelijk advies om de communicatie te verbeteren bij dysartrie
A
Gewoon niet communiceren
B
Gebruik steekwoorden
C
Geen bevestiging vragen
D
Rustige omgeving

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide