... kan je hoofdletters en aanhalingstekens correct gebruiken.
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdletters
Wanneer gebruik je die?
Slide 4 - Tekstslide
Hoofdletters
Aan het begin van de zin, behalve bij: - 's Morgens eet ik altijd... - 53 leerlingen gaven zich op voor...
Eigennamen (dus bijv. bij een persoon, straat, stad, taal, feestdag, wet etc.): Voorstraat, Woerden, Nederlands, Pinksteren, de AOW
Persoonsnamen: staat er een voorletter/ voornaam? Schrijf voorvoegsels met kleine letters (Kirsten van den Bor, mevrouw Van den Bor)
Bij bijvoeglijk naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid:Italiaans ijs, Noord-Hollandse tulpen
Slide 5 - Tekstslide
Kleine letters
Bij samenstellingen met religieuze feesten: pinkstermaandag, kerstgala
Bij religies en stromingen: hindoeïsme, gereformeerden, socialisme
Bij windstreken: het oosten
Bij namen van periodes: zomer, juli, zaterdag, middeleeuwen
Bij namen die niet meer aan de persoon doen denken: marxisme
Bij soortnamen: een fles bordeaux, een stukje edammer
Slide 6 - Tekstslide
Aanhalingstekens
Wanneer gebruik je die?
Slide 7 - Tekstslide
Aanhalingstekens
Bij de directe rede/citaten (let op de plaats van de aanhalingstekens): – ‘Je moet even een boodschap voor me doen’, zei vader. – ‘Een supporter die zich misdraagt,’ zei de voorzitter, ‘is niet meer welkom.’ – Mevrouw Jansen vroeg aan een voorbijganger: ‘Bent u hier bekend?’
Maar: Mevrouw Jansen vroeg aan een voorbijganger of hij hier bekend was.
Slide 8 - Tekstslide
Aanhalingstekens
Bij titels: – Voor vragen over spelling kijk ik altijd in ‘Schrijfwijzer’ van Renkema.
Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis: – Schrijf jij ‘cadeau’ altijd met een k en een o of met een c en eau?
Let op: gedachten zet je niet tussen aanhalingstekens: – Damian dacht: met dat meisje zou ik wel een keer naar de film willen.
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 3, blz. 163
10 minuten > niet klaar = huiswerk
Nakijken doen we de volgende les
Daarna toets bespreken
Slide 10 - Tekstslide
Toets bespreken
Alles van tafel!
Jullie krijgen 2 minuten om de punten na te tellen
Tijdens het bespreken mag je geen vragen stellen
Heb je een vraag? Kom dan na het bespreken langs
Anders mag je je toets meenemen en stil vertrekken
timer
2:00
Slide 11 - Tekstslide
Vooruitblik
Woensdag: boek uit! Opdracht in de les
Opdracht: in verschillende rondes praten over je boek, aan de hand van een paar vragen