§ 3 Alinea's en kernzinnen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van synoniemen?
A
groot en groter
B
viool en trompet
C
stuk en kapot
D
dag en nacht

Slide 4 - Quizvraag

Synoniem voor:
eerlijk
A
betrouwbaar
B
gezellig
C
lief
D
onaardig

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn tegenstellingen?
A
Woorden die het tegenovergestelde betekenen
B
Woorden die hetzelfde betekenen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van dik
A
dun
B
groot
C
mooi
D
lelijk

Slide 7 - Quizvraag

Tegenstelling van 'dicht'

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gelukkig nieuwjaar
B
hindoes
C
holifeest
D
kleuren

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel alinea’s heeft tekst 1?

Slide 23 - Open vraag

Waaraan herken je de alinea's?

Slide 24 - Open vraag

Met welke twee woorden begint de kernzin uit de eerste alinea?

Slide 25 - Open vraag

Met welke twee woorden begint de kernzin uit de tweede alinea?

Slide 26 - Open vraag

Wat is het deelonderwerp van de tweede alinea?
A
gekleurd poeder
B
holi
C
kleurenfeest
D
nieuwe kleren

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide