Blok 4 Spelling leerjaar 1 1A BBL/KBL/TL

Blok 4 Spelling
BBL/KBL/TL
Leerjaar 1

vrijdag 12/02/2021
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 Spelling
BBL/KBL/TL
Leerjaar 1

vrijdag 12/02/2021

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
- Denk aan de afspraken voor online les;
- Schrijf op een nieuwe blz. bovenaan in je schrift: 'Blok 4 Spelling´, datum in de kantlijn: 12/02.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag: huiswerk 08/02
Blok 4 Spelling:
- par. 'Weet je het nog?': informatie lezen en opdrachten maken.
- Digitaal! Je hebt op deze manier de opdrachten gemaakt, zodat ik jou kan volgen. Verder werken mocht.



Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
BBL: - je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (t.t.) spellen;
BBL: - je kunt een ww waarbij de stam eindigt op een -t of -d goed spellen;
BBL: - je kunt een ww waarbij de stam eindigt op een -z of -v goed spellen;
KBL/TL: - je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige (t.t.) en verleden tijd (v.t.) vervoegen;
KBL/TL: - je kunt het voltooid deelwoord vervoegen.

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik 1. Hoe ging de SO van Grammatica? Leg je antwoord uit (gebruik 'want' of 'omdat').

Slide 5 - Open vraag

Terugblik 2: Blok 3 Zelftoets
Noem ik jouw naam, dan zorg je dat je die vandaag vóór 17.00 uur af hebt!


Slide 6 - Tekstslide

Weet je het nog? Hoe vind je de 'stam' van het werkwoord?

Slide 7 - Open vraag

Stam / ik-vorm
• De stam is altijd het hele werkwoord zonder -en. Je hebt de stam van een werkwoord nodig om de persoonsvorm goed te schrijven. 

• De vorm die je bij ik gebruikt, heet de ik-vorm. Soms schrijf je de ik-vorm hetzelfde als de stam van het werkwoord. 

• Als je de ik-vorm anders schrijft dan de stam van het werkwoord, heet het de aangepaste stam.  Voorbeeld: 
bewegen - stam: beweg - ik-vorm (aangepaste stam) - ik beweeg.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Persoonsvorm t.t.
1. Ik-vorm                                       (ik)
2. Ik-vorm + t          (jij/hij/zij/het)
3. Hele werkwoord(wij/jullie/zij)


Bekijk de regels en leer goed wanneer je welke vorm gebruikt!
Vormen

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm t.t.
(enkelvoud -ev)                                    (meervoud - mv)  
1 ik: ik-vorm                                            1 wij: hele ww
2 jij: ik-vorm +t                                      2 jullie: hele ww
3 hij/zij/het: ik-vorm +t                     3 zij: hele ww


Slide 11 - Tekstslide

ww waarbij de stam eindigt op 
een -t of -d 
- vinden
- zetten
- antwoorden
- rotten
- ...

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Jij (vinden) spelling een heel leuk onderwerp!
A
vind
B
vint
C
vindt
D
vinden

Slide 14 - Quizvraag

 ww waarbij de stam eindigt op 
een -z of -v 
- verhuizen
- verven
- lezen
- beloven
- ...

Slide 15 - Tekstslide

z/s en f/v
Een z komt nooit aan het einde van een woord.
DUS:  reiZen - ik reiS
en
Een V komt ook nooit aan het einde van een woord.
DUS: proeVen - ik proeF

Slide 16 - Tekstslide

Maurits (verven, t.t.) de deur groen.
A
vervt
B
vervd
C
verft
D
verfd

Slide 17 - Quizvraag

Ik (lezen, t.t.) een boek over de Middeleeuwen. Vul de juiste vorm in.

Slide 18 - Open vraag

BBL... Aan de slag!
- BBL: m. opdr. (16, 17, 18), 19, 20, 21, 22, 23 en 24 (& theorie);
Maak alle vragen in je digitale lesboek. Ik kijk na hoe je het hebt gemaakt.
- KBL en TL, jullie doen nog even mee!
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Persoonsvorm v.t. (zwak/regelmatig)
(enkelvoud -ev)                                        (meervoud - mv)
1 ik: ik-vorm                  (+te / + de)       1 wij: ik-vorm      (+ten / + den)
2 jij: ik-vorm                 (+te / + de)       2 jullie: ik-vorm  (+ten / + den)
3 hij/zij/het: ik-vorm (+te / + de)      3 zij: ik-vorm        (+ten / + den)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Vervoeg het werkwoord: gebruiken (v.t.).
Voorbeeld: huilen -huilde - gehuild.

Slide 22 - Open vraag

Vervoeg het sterke / onregelmatige werkwoord: roepen (v.t.).
Voorbeeld: lopen - liep - gelopen.

Slide 23 - Open vraag

Voltooid deelwoord
- Je kunt horen hoe het eindigt...
bakken - gebakken
eten - gegeten
- Je kunt niet horen hoe het eindigt...
t of d?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

timer
1:00
Noem zoveel mogelijk
voltooid deelwoorden.

Slide 26 - Woordweb

Wat heb ik geleerd vandaag?
BBL: - ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (t.t.) spellen);
BBL: - ik kan een ww waarbij de stam eindigt op een -t of -d goed spellen;
BBL: - ik kan een ww waarbij de stam eindigt op een -z of -v goed spellen;
KBL/TL: - ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige (t.t.) en verleden tijd (v.t.) vervoegen;
KBL/TL: - ik kan het voltooid deelwoord vervoegen.

Slide 27 - Tekstslide

Les terugkijken? Klascode 1A LessonUp
https://LessonUp.app/invite/group/tdino

Slide 28 - Tekstslide

Vooruitblik / huiswerk 15/02
- BBL: m. opdr. (16, 17, 18), 19, 20, 21, 22, 23 en 24 (& theorie);
- KBL: m. opdr. (16), 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24 en 25 (& theorie);
- TL: m. opdr. (22, 23), 24, 25, 26 en 27 (& theorie).
Maak alle vragen in je digitale lesboek. Ik kijk na hoe je het hebt gemaakt.

Slide 29 - Tekstslide

In orde maken: Blok 3 zelftoets
Noem ik jouw naam, dan zorg je dat je die vandaag vóór 17.00 uur af hebt!

Niet af? 4,0 in  SOM, mail mentor, mail ouders.

Slide 30 - Tekstslide