Woordenschat leerjaar 1

1 / 30
volgende
Slide 1: Video
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschatdictee

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hij vulde het formulier ___________ fout in.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

abusievelijk = per vergissing, per ongeluk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat huis ziet er ___________ uit.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

abominabel = heel slecht

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er dreigt __________ gevaar.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

acuut = direct, meteen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een _________ is onafwendbaar. Hij heeft geen geld meer om zijn schulden af te lossen.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

het faillissement = bankroet zijn, onteigening door schulden, financieel onvermogen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zwerver wordt behandeld als een _________.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de paria = de verstoteling, persoon die niet bij de maatschappij hoort, persoon die is verstoten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat is een ___________ probleem.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

additioneel = bijkomend, toegevoegd, extra

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De __________ directeur moet orde op zaken stellen binnen het bedrijf.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ad interim = tijdelijke functie, letterlijke vertaling: in de tussentijd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zit een ________ tussen zijn verklaringen bij de verschillende verhoren.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

discrepantie = verschil, tegenstrijdigheid

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij ____________ ons van die organisatie, die veel leed veroorzaakt heeft.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

distantiëren = er niets mee te maken willen hebben, er afstand van nemen, ertegen zijn

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ____________ heft alle belastingen.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de fiscus = de belastingdienst

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een synoniem voor capituleren is:
A
weinig kansen krijgen
B
doorzetten, doorgaan
C
geen weerstand meer bieden

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

acceptabel
bejegenen
prenataal
relatief
verguizen
aanvaardbaar
voorafgaand aan de geboorte
met verachting bespreken
tegemoet treden, behandelen
naar verhouding, niet absoluut

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een baan wilt bij dit internationaal opererende concern, is het...... dat je vlot Engels kunt spreken en lezen.
A
impliciet
B
acceptabel
C
essentieel

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door te zeggen dat de leerlingen het huiswerk goed moesten leren, gaf de docent.... aan dat hij een onverwachte toets zou geven.
A
expliciet
B
impliciet
C
evident

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 1960 kregen tienduizend vrouwen die tijdens de zwangerschap softenon gebruikten om misselijkheid te bestrijden, mismaakte kinderen, maar ....kende men de risico's van dit middel nog niet.
A
thans
B
destijds

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Al het overleg over de .... van CO2-uitstoot is zinloos als grote landen als China en de VS weigeren zich aan het akkoord te binden.
A
inductie
B
deductie
C
reductie

Slide 28 - Quizvraag

inductie= opwekking, redenering van specifiek naar algemeen
deductie=redenering vanuit het algemene naar het bijzondere
Noteer een synoniem van evenmin

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer twee synoniemen van beducht.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies