Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
schrift en etui
leesboek
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom 2E!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
schrift en etui
leesboek
Slide 1 - Tekstslide
Welkom 2E!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
schrift en etui
leesboek
Slide 2 - Tekstslide
Welkom 2F!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond.
Leg het volgende vast op tafel:
schrift en etui
leesboek
Slide 3 - Tekstslide
Welkom 2F!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond.
Leg het volgende vast op tafel:
schrift en etui
leesboek
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 6 - Tekstslide
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
Wat weet je nog?
Begrippen
Opdracht
Mini-presentaties
Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen hoe taal verandert.
- Ik kan uitleggen welke taalvarianten er zijn.
- Ik weet wat neologismen zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Wat weet je nog?
NT2
Tweede taal
Tweedetaalverwerving
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
We kijken samen het filmpje. Beantwoord de vragen van opdracht 1.
Slide 9 - Tekstslide
Begrippen
sociolect
jongerentaal
straattaal
fantasietaal
neologisme
Slide 10 - Tekstslide
Begrippen
sociolect: taalvariant die afwijkt van de standaardtaal en die gebruikt wordt door een bepaalde sociale groep, bijvoorbeeld jongeren
jongerentaal: sociolect dat door jongeren gebruikt wordt
straattaal: informele mentaal die vooral door jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden op school en op straat gesproken wordt en die sterk afwijkt van de standaardtaal
fantasietaal: nieuwe taal, bedacht door schrijvers van fictie
neologisme: nieuwgevormd woord in een bestaande taal: ramptoerisme, plofkip
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdr. 2.
Pak je boek - Cursus 4 Taal - P3 Nieuw taal
De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.
Klaar?
Kies uit: maak de opdracht over het leesboek af, lezen in je leesboek