K2.5 - Het persoonlijk voornaamwoord

Kapitel 2 - Lektion 5

Grammatik F: Het persoonlijk voornaamwoord
Lehrarbeitsbuch Seite 85
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 2 - Lektion 5

Grammatik F: Het persoonlijk voornaamwoord
Lehrarbeitsbuch Seite 85

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Onthoud het volgende:

mannelijk -> der-woord -> er
vrouwelijk -> die-woord -> sie
onzijdig -> das-woord -> es
meervoud -> die-woord -> sie

Slide 4 - Tekstslide

Das Kleidchen ist schön.

Vervang 'das Kleidchen'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 5 - Quizvraag

Meine Freunde sind modern gekleidet.

Vervang 'meine Freunde'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 6 - Quizvraag

Sein Freund kauft eine Hose.

Vervang 'sein Freund'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 7 - Quizvraag

Die Brille ist nicht dunkel.

Vervang 'die Brille'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 8 - Quizvraag

Das T-Shirt ist nicht blau.

Vervang 'das T-Shirt'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 9 - Quizvraag

Der Minirock ist nicht rot.

Vervang 'der Minirock'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 10 - Quizvraag

Die Ohrringe sind nicht aus Silber.

Vervang 'die Ohrringe'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 11 - Quizvraag

Die Schuhe sind nicht schwarz.

Vervang 'die Schuhe'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 12 - Quizvraag

Die Bluse ist nicht gelb.

Vervang 'die Bluse'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 13 - Quizvraag

Die Strümphe sind nicht hellgrün.

Vervang 'die Strümphe'; kies uit: er, sie, es.
A
er
B
sie
C
es

Slide 14 - Quizvraag

slotwoord
ONLINE weektaak:

Kapitel 2 - Lektion 5

Aufgabe
1, 3, 4, 5, 9, 10, 11, 13


Slide 15 - Tekstslide