Herkansing PTA D en E

Goedemorgen!
1e uur:
Schrijfopdracht voor cijfer

2e uur:
Herhalen PTA D en E


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
1e uur:
Schrijfopdracht voor cijfer

2e uur:
Herhalen PTA D en E


Slide 1 - Tekstslide

Schrijven H3
Lees de opdracht goed!

Gebruik de theorie van bladzijde 18/19

Klaar? Mail de brief naar mij: vny@dr.nassaucollege.nl
(Vergeet de brief niet op te slaan!)

Slide 2 - Tekstslide

Herkansing PTA D en/of E
15 minuten: PTA D
15 minuten: PTA E

Geen herkansing? Bezig met het filmverslag of boekverslag

Heb je deze al af/voldoende? Dan mag je iets voor jezelf doen.

Slide 3 - Tekstslide

PTA D: Lezen 
D1: Hoofdstuk 1 en 2
D2: Hoofdstuk 3

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Hoofdzaken en hoofdgedachte


Hoofdzaken staan in de inleiding, slot en in de kernzinnen. 

Kernzin is het belangrijkste van de alinea en vind je in de eerste of laatste zin van de alinea.

Het belangrijkste van een tekst kun je samenvatten in 1 zin (hoofdgedacht).

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
Het onderwerp van een tekst bestaat vaak uit 2 woorden.
Deelonderwerpen zijn de onderwerpen die je als alinea vindt.

Hoofdgedachte vind je in de inleiding of het slot.

Wat is het belangrijkste wat in de tekst wordt gezegd over het onderwerp?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 3: Verbanden (1)
Signaalwoorden geven aan welke verbanden er zijn:

* Opsomming = ten eerste, om te beginnen, ook, verder, ten slotte
* Tegenstelling: maar, hoewel, echter, toch, tegenover
* Voorbeeld =  bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere

Slide 9 - Tekstslide

Welke verbanden zie je hier?
Een andere stagevorm is de arbeidsoriënterende stage. Tijdens de arbeidsoriënterende stage doe je werkervaring op. De stagebegeleider in het bedrijf helpt je hierbij. Je leert bijvoorbeeld samen te werken met collega's, zelfstandig te handelen en in een bepaald tempo te werken. De stage duurt 1 tot 2 weken.

Slide 10 - Tekstslide

PTA E: Spelling en grammatica
E1: Hoofstuk 1 en 2
E2: Hoofdstuk 3

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Leestekens
Punt: Aan het einde van de zin
Vraagteken: Aan het einde van een vraagzin
Uitroepteken: Aan het einde van een zin met extra nadruk
Komma: - Tussen twee persoonsvormen
- Tussen delen van een opsomming
- Na een naam of uitroep aan het begin van de zin
- Na verbindingswoorden

Slide 12 - Tekstslide

Zet de leestekens op de goede plaats
.
Arjen riep naar voren met de bal

Marjan wil jij mij misschien €2,- lenen

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Tussen -en: het eerste woord heeft alleen een meervoud op -en

Tussen -e: 
- Er is maar één van (zonnestraal)
- Het eerste woord heeft een versterkende betekenis (apetrots)
- Meervoud op -en en -s (groentesoep)

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Tussen -s: Deze hoor je meestal als je het woord uitspreekt

Voltooid deelwoord: begint vaak met ge-, be- of ver-

Taxikofschipy:
Wel = -t/-te/-ten
Niet = -d/-de/-den

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Samengestelde zinnen: zinnen met twee of meer persoonsvormen/onderwerpen

Persoonsvorm vinden = vraagzin / andere tijd

Onderwerp vinden = wie of wat + persoonsvorm

Slide 16 - Tekstslide

Herkansing
Vrijdag 17 mei = 1e uur

Geen herkansing? Andere opdracht

Slide 17 - Tekstslide