LA1 woensdag 15 april

LATIJN
klas 1

les bij 'week 4 - herhaling' + bespreken tekstvragen bij les 10
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LATIJN
klas 1

les bij 'week 4 - herhaling' + bespreken tekstvragen bij les 10

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
* we herhalen de herhaling
* vormen vertalen
* tekstvragen bij les 10 bespreken
* wat moet je deze week verder doen?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
imperativus : gebiedende wijs!
naamwoorden in les 10 : naamvallen en functies bepalen
werkwoorden vertalen : 3 tijden toepassen
werkwoordschema : juiste vormen maken
cultuuropdrachtje : Hades en Persephone (het begin van de lente)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de imperativus meervoud van gaudēre?
A
gaudete
B
gaudite
C
gaude
D
gaudate

Slide 4 - Quizvraag

Welke naamval heeft gladiatorum?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 5 - Quizvraag

Hoe vertaal je salutavisti
A
jij hebt gegroet
B
jij groet
C
jullie hebben gegroet
D
jij werd gegroet

Slide 6 - Quizvraag

salutat = praesens 3e ev
maak dezelfde vorm in het imperfectum én perfectum

Slide 7 - Open vraag

tenebas = imperfectum 2e ev
maak dezelfde vorm in het praesens én perfectum

Slide 8 - Open vraag

Tijden vertalen
praesens = tegenwoordige tijd
ik loop
imperfectum = verleden tijd
ik liep
perfectum = (voltooid) verleden tijd
ik heb gelopen / ik liep

Slide 9 - Tekstslide

vertaal deze vormen:
nuntiavit - fluit - pendebas - potes - salutavi - claudebant

Slide 10 - Open vraag

Tekstvragen bij les 10
1) Wat valt er op aan de volgorde waarop de ‘homines’ (r.3) worden genoemd - pueri et viri, feminae et puellae?

2) ‘Sol ardebat’ - Citeer het Latijnse tekstelement (geef dus Latijnse woorden uit de tekst) dat aangeeft waarom de mensen in het Colosseum geen last hebben van de zon.

3) Wie zijn de ‘pueri’ in r.7? Waar worden zij eerder genoemd?

Slide 11 - Tekstslide

Welke naamval is 'Quinte et Publi'?
A
nominativus
B
accusativus
C
ablativus
D
vocativus

Slide 12 - Quizvraag

vervolg vragen
5) ‘Gladium et scutum gerit’ (r.14-15) - Leg uit waarom Celadus een zwaard en schild bij zich droeg. Je hebt hiervoor ook kennis van les 9 nodig.

6) Bekijk de afbeelding:
a. Welke regel uit de tekst past bij deze afbeelding?
b. Wat zien we hier op de afbeelding?

Slide 13 - Tekstslide

7) In r.20 worden drie diersoorten tegelijk genoemd: leeuwen, panters en herten. Leg in de volgende regel uit waarom Leones et pantherae een andere naamval hebben dan cervos.

Slide 14 - Open vraag

vervolg vragen
8) Citeer de twee Latijnse woorden die aangeven waarom de grond in de arena rood kleurt.

9) Waarmee heeft de panter de gladiator verwond?

10) Waarom doet Marcus zijn ogen dicht?

Slide 15 - Tekstslide

Wat moet je deze week nog meer doen?
leren: woorden les 9 en 10
lezen: woorden van les 11 / NL-tekst bij les 10 / NB-Colosseum
maken: reflectieverslag + cultuurvragen (Hulpboek)

--> het reflectieverslag lever je in op It's Learning
--> de cultuurvragen kijk je volgende week zelf na

Slide 16 - Tekstslide

lente
zomer
herfst
winter
Persephone in de onderwereld
Persephone naar de onderwereld
Persephone komt uit de onderwereld
Persephone is uit de onderwereld
bloemen en bomen lopen weer uit
bloemen en bomen bloeien
bloemen en bomen verliezen blaadjes
bloemen en bomen zijn kaal

Slide 17 - Sleepvraag

Vragen?

Slide 18 - Tekstslide