1hv 015/12/21- rappel les verbes ... er + F telwoorden G phrases clés

On répète les nombres 
21  vingt et un
22 vingt-deux
23 vingt-trois
24 vingt-quatre
25 vingt-cinq
26 vingt-six
27 vingt-sept
28 vingt-huit
29 vingt-neuf
On écrit maintenant 30 trente
31
32
33
34
35
36
37
38
39
timer
0:30
timer
3:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

On répète les nombres 
21  vingt et un
22 vingt-deux
23 vingt-trois
24 vingt-quatre
25 vingt-cinq
26 vingt-six
27 vingt-sept
28 vingt-huit
29 vingt-neuf
On écrit maintenant 30 trente
31
32
33
34
35
36
37
38
39
timer
0:30
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

les nombres de 30 à 40

31 trente et un

32 trente -deux

33 trente -trois

34 trente -quatre

35 trente -cinq

36 trente -six

37 trente -sept

38 trente -huit

39 trente -neuf

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een ontkenning?

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg ontkenning

  • Ontkenning in het Nederlands...?
  • Ontkenning in het Frans:

    ne / n' ... (persoonsvorm) ... pas


Slide 4 - Tekstslide

 Grammaire 
Je ne danse pas.                                   Ik dans niet.
Je ne parle pas français.                   Ik spreek geen Frans.
Ce n'est pas vrai.                                   Dat is niet waar.
  • De Franse ontkenning bestaat uit 2 woorden: ne ... pas
  • Je vertaalt ne ... pas met niet of geen
  • De persoonsvorm staat tussen ne ... pas  (de persoonsvorm is het eerste werkwoord in de zin)

Slide 5 - Tekstslide

Ontkenning


Wat weet je nog?

Slide 6 - Tekstslide

De ontkenning

De ontkenning van 
C'est  ======>            Ce n'est pas.
C'est vrai ===>            Ce n'est pas vrai

                               

Slide 7 - Tekstslide

De ontkenning= la négation
regel: de ontkenning bestaat uit 2 woorden:
1-  niet:       ne/n'    +    pas
ne/n' staat achter het onderwerp
pas staat achter de persoonsvorm
2- geen : ne/n'   +  pas de/d' 

Slide 8 - Tekstslide

Écouter ex. 30a

Slide 9 - Tekstslide

Programme du cours
Présents/absents- aanmelden op lessonup code....
But: Je kan de werkwoorden op ...er vervoegen en gebruiken + je kan tellen 0 t/20, 20 t/m 69 en 70 t/m100 en de ontkenning
Rappel des verbes ... er la conjugaison
Phrases clés G exercices 28 29 30 31 32 33 34
 la négation



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Elle (aimer)
A
aimes
B
aimet
C
aime
D
aiment

Slide 12 - Quizvraag

Vous ................... (aimer) l'histoire?
A
aimez
B
aimons
C
aiment

Slide 13 - Quizvraag

Zij houden van (aimer)
A
Vous aimez
B
Ils aiment
C
Elles aime
D
J'aime

Slide 14 - Quizvraag

ik (aimer)
A
je aime
B
j'aime
C
je aimer
D
j'aimer

Slide 15 - Quizvraag

Vervoegen aimer:
(wij vinden lekker) la pizza
A
nous aimons
B
vous aimez
C
vous aimons
D
nous aiment

Slide 16 - Quizvraag

aimer
A
houden van
B
leuk vinden
C
doen
D
maken

Slide 17 - Quizvraag

u houd van (aimer)
A
il aime
B
vous aimez
C
on aime
D
nous aimons

Slide 18 - Quizvraag

jij houdt van (aimer)
A
tu aimes
B
tu aime
C
j'aime

Slide 19 - Quizvraag

extra oefenen op verbuga pro
 verbuga pro

code: elyceu
wachtwoord: leerling
klik op je klas en kies op:  les verbes ...er

Pourquoi???

Slide 20 - Tekstslide

Je & J' avec la négation
Je danse  dans la classe                          J'ai un café
Je suis   sympa.                                             J'habite à Paris
Je parle vite.                                                   J'adore le chocolat

Slide 21 - Tekstslide

La négation
ex7

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Prends ton cahier de grammaire
Rappel des nombres
0 à 20
écris les nombres + correction 
timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Nombres 0-20
Kan je nog tellen t/m 20 in het Frans?
Schrijf de telwoorden op!
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Les nombres

Slide 26 - Tekstslide

De tientallen:
20 vingt
30 trente
40 quarante
50 cinquante
60 soixante
70 soixante-dix (60-10)
80 quatre-vingts (4-20)
90 quatre-vingt-dix (4-20-10)
100 cent

Slide 27 - Tekstslide

21 31 41 51 61 71 81 91 
21-           vingt  et un 
31-          trente et un
41 -   quarante et un
51 - cinquante et un
61 -    soixante et un
71 -    soixante et onze (60 et11)
81 - quatre-vingt-un (4 x 21) =======>geen et maar -
91 - quatre-vingt-onze (4x 20+11)===>geen et maar -
On écoute et on répète
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

on regarde la video
let goed op, daarna gaan we verder leren tellen!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide