HAVO 4 Of Course unit 5 lesson 5 (1) indef pronouns
HAVO 4 Of Course unit 5 lesson 5
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
HAVO 4 Of Course unit 5 lesson 5
Slide 1 - Tekstslide
Today
Class work
Vocabulary check
Week objectives
Grammar
Independent work
Start 'lesson 5'
Slide 2 - Tekstslide
Lesson objectives
I know whether I have studied the vocabulary appropriately
I know our week objectives and what to focus on.
I know how to use indefinite pronouns correctly.
Slide 3 - Tekstslide
Objectives lesson 5
1. Je kunt de woorden NL-EN uit deze les gebruiken.
2. Je kent de betekenis van de woorden EN-NL uit deze les.
3. Je kunt indefinite pronouns gebruiken in het Engels.
4. Je kent de betekenis van de Engelse uitdrukkingen uit deze les en kunt ze gebruiken.
Slide 4 - Tekstslide
Grammar: indefinite pronouns
Quick overview
onbepaalde voornaamwoorden
some, any
both, either, neither, each, every, no, none
Slide 5 - Tekstslide
Indefinite pronouns
algemene regel:
- some: bij bevestigende zinnen en vragen waar je 'ja' op verwacht
- any: bij ontkennende en vragende zinnen
I am going to buy some apples.
Could I have some milk?
There aren't any people inside.
Do they have any bananas at the store?
Slide 6 - Tekstslide
Indefinite pronouns
Zelfde regels gelden voor alle samenstellingen met 'some' en 'any'
- somewhere
- someone / somebody
- something
- anywhere
- anyone / anybody
- anything
Slide 7 - Tekstslide
Indefinite pronouns
Andere betekenissen:
some: een of andere She was talking to some guy over there.
any: elke (wie / wat / welke dan ook) I don't care, you can buy me any book.
hardly anything /anyone / anywhere = bijna niets / niemand / nergens I can see hardly anything, it's so dark in here!
Slide 8 - Tekstslide
Indefinite pronouns
both: iets geldt voor allebei They both want a new bike.
either: de een en/of de ander, één van de twee You cannot have both, you have to choose either.
either ... or: of ... of You can have either this one or that one.
Slide 9 - Tekstslide
Indefinite pronouns
neither: geen van beide I don't like these, I want neither.
neither ... nor: noch ... noch I want neither this one nor that one.
each: elk(e) --> in het geval van individuele personen Each student had to come talk to the teacher seperately.
every: elk(e) --> in het geval van een groep Every student was asked to come talk to the teacher.
Slide 10 - Tekstslide
Indefinite pronouns
no / none: geen ('no' komt voor zelfst. nw. / 'none' wordt los gebruikt of gevolgd door 'of') There was no time to talk to them. None of them knew the answer. We wanted more time, but there was none.
Slide 11 - Tekstslide
Indefinite pronouns
Any questions at this point?
Do the assignment from your Student's book (7/8, p. 215) to practise the indefinite pronouns.