les 4 hoofstuk 1

Hallo liebe Klasse
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hallo liebe Klasse

Slide 1 - Tekstslide

Die Planung 
1. Vorige week 
2. getallen geleerd?
3. persoonlijk voornaamwoord
4. werkwoord zijn


  • Je kunt het werkwoord zijn vervoegen in de tegenwoordige tijd in het Duits
  • Je kunt het juiste persoonlijk voornaamwoord gebruiken dat past bij de persoon

Slide 2 - Tekstslide


hoe schrijf je 1 in het Duits? 

Slide 3 - Open vraag


hoe schrijf je 16 in het Duits? 

Slide 4 - Open vraag


hoe schrijf je 11 in het Duits? 

Slide 5 - Open vraag


hoe schrijf je 17 in het Duits? 

Slide 6 - Open vraag

Welche Zahl hörst du?
A
14
B
16
C
13
D
12

Slide 7 - Quizvraag

Welche Zahl hörst du?
A
8
B
9
C
19
D
2

Slide 8 - Quizvraag

Welche Zahl hörst du?
A
21
B
16
C
20
D
21

Slide 9 - Quizvraag

Hausaufgaben

nakijken oefening 6, 7, 8

Slide 10 - Tekstslide

Sabine
Zürich
Zwitserland
chatten
pizza

Furkan
Berlijn
Duitsland
voetbal
Spaghetti Bolognese

Max
Wenen
Oostenrijk
Hockey
Friet met mayo

Jonas
Stuttgart
Duitsland
fietsen
Döner Kebab


Slide 11 - Tekstslide

persoonlijk vnw / sein
die Regel entdecken
maak oefening 10 blz. 18

Slide 12 - Tekstslide

ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie
het = es
wij = wir
jullie = ihr
zij = sie
u = Sie

Slide 13 - Tekstslide

er, sie, es
Das ist Peter. Er is mein Freund.
Kennst du die Frau? Sie ist meine Oma.
Wie alt ist das Kind? Es ist zwei Jahre alt.
Das sind Herr und Frau Müller. Sie wohnen hier.

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent "er"?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent "sie"?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent "es"?

Slide 17 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes.
Mein Freund heißt Julian.
(Hij) ist 15 Jahre alt.

A
er
B
sie
C
es

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist Frau Stolze.
(Zij) wohnt neben uns.
A
er
B
sie
C
es

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist ein Kind.
(Het) ist noch ein Baby.
A
er
B
sie
C
es

Slide 20 - Quizvraag

Het werkwoord "sein"
  • In het Nederlands "zijn"
  • onregelmatig ww
  • van buiten leren

Slide 21 - Tekstslide

ich bin
du bist
er ist
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

het werkwoord 'sein'
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 24 - Sleepvraag

Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 25 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
maak oefeningen 11, 12, 13

Slide 26 - Tekstslide

liedje Philip Poisel, boek 2 havo
oefening 14
luister naar het liedje en vul de ontbrekende woorden in

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Hausaufgaben
leer het werkwoord sein blz 27
let goed op alle persoonlijke voornaamwoorden

Slide 29 - Tekstslide