de spanningsbron (5.2 deel 1)

Stroomkringen en stroomsterkte meten
Wat heb je nodig
  • Boek nova 
  • Schrift
  • pen en potlood
Wat gaan we doen
  • Uitleg over de spanningsbron
  • Veilige en onveilige spanning
  • Hoe gebruik je een spanningsmeter
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Stroomkringen en stroomsterkte meten
Wat heb je nodig
  • Boek nova 
  • Schrift
  • pen en potlood
Wat gaan we doen
  • Uitleg over de spanningsbron
  • Veilige en onveilige spanning
  • Hoe gebruik je een spanningsmeter

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Ik kan uitleggen wat een spaningsbron is
  • Ik kan voorbeelden geven van verschillende spanningsbronnen
  • Ik kan het verschil aangeven van een veilige spanningsbron en een onveilige spanningsbron
  • Ik kan een spanningsmeter aansluiten in een stroomkring

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling van de vorige les
  • Een stroomkring is gesloten en bevat verschillende componenten.
  • De ampère meter schakel je in de stroomkring (in serie)
  •  metalen zijn geleiders (laten de stroom makkelijk door)
  • niet metalen zijn isolatoren (laten de stroom zeer moeilijk of niet door)

Slide 3 - Tekstslide

Spaningsbronnen
Een apparaat dat stroom geeft is een spanningsbron. In de stroomkring levert de spanningsbron de elektrische energie die nodig is voor de apparaten.

Voorbeelden:
  • stopcontact (230 V)
  • batterij, powerpack en accu
  • dynamo en generator
  • zonnecel


Slide 4 - Tekstslide

Spanning (leren!)
De spanning is een natuurkundige grootheid die aangeeft hoe snel de elektronen (energiepakketjes) door de stroomdraad gaan. Hoe groter de spanning is des te sneller gaan de elektronen.

Het symbool is de hoofdletter U
De eenheid is de volt (afgekort met de V)

Slide 5 - Tekstslide

Veilige en onveilige spanning
Het lichtnet is in Europa tegenwoordig overal gelijk (de stekkers zijn nog wel verschillend). Deze heeft een spanning van 230 V.

Dit is niet veilig om zomaar te gebruiken. Voor kinderspeelgoed maak je dan gebruik van laagspanning (onder 12 V) zodat kinderen overal aankunnen zitten.

Slide 6 - Tekstslide

Veilige en onveilige spanning
Ook draagbare apparaten die makkelijk stuk gaan of in water terecht kunnen komen gebruiken laagspanning, meestal is er dan een batterij (of meerdere batterijen) als spanningsbron.

1 batterij cel levert 1,5 Volt.
Schakel je twee batterijen goed achter elkaar (plus tegen min) dan heb je 3,0 V

Slide 7 - Tekstslide

Veilige en onveilige spanning
Spanning kan ook veel hoger zijn dan 230 Volt.

Is de spanning hoger dan 10 000 V dan noemen we dit hoogspanning.

Hoe hoger de spanning des te gevaarlijker dit is.

Slide 8 - Tekstslide

De voltmeter/spanningsmeter
De spanning kun je meten met een spanningsmeter of een voltmeter.

De spanning was de snelheid van het elektron, je kunt dus niet tellen zoals bij een ampère meter, maar moet een start en een finish hebben.

De volt meter moet daarom op twee plekken worden aangesloten.

Slide 9 - Tekstslide

De voltmeter/spanningsmeter
Je sluit de spanningsmeter voor het elektrische component aan en achter het elektrische component. (dus voor en achter het lampje).

Hierdoor staat de spanningsmeter buiten de stroomkring en heeft hij een eigen stroomkringetje.
Dit noem je een parallelschakeling

Slide 10 - Tekstslide

Voltmeter en ampèremeter
Dus de ampèremeter staat in de stroomkring (in serie) en de voltmeter staat in zijn eigen stroomkring tegen de grote stroomkring (parallel)

Slide 11 - Tekstslide