Werkwoordspelling tt, vt, vd

Nederlands Werkwoorspelling 
0OF1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands Werkwoorspelling 
0OF1

Slide 1 - Tekstslide

Welke zin is goed?
A
Hij verteld een verhaal
B
Hij vertelt een verhaal
C
Hij heeft een verhaal vertelt
D
Hij heefd een verhaal verteld

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de eerste stap die je neemt om te kijken of een werkwoord op een d of t eindigt?
A
Ik kijk in welke tijd het staat
B
Ik zoek de persoonsvorm op
C
Ik doe het op gevoel
D
Ik doe maar wat

Slide 3 - Quizvraag

De stappen
1. Is het een pv? 

- pv in de tt = ik-vorm + t (vervang het ww door lopen, 
hoor je dan een t, dan schrijf je ook een t)

- pv in de vt = gebruik 't exkofschip = hele werkwoord (-en). Laatste letter in 't exkofschip? ja = t, nee = d          

Slide 4 - Tekstslide

De stappen 
2. Is het geen pv?

Dan is het in de zin zeer waarschijnlijk een:
- voltooid deelwoord



Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
vtdw: Als je werkwoord een voltooid deelwoord is, dan gebruik je de regels van 
't ex-kofschip 

zit de letter in het 'schip'?
ja dan t
nee dan d

Slide 6 - Tekstslide

Is het woord in deze zin een persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Het GEBEURT bijna elke dag.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 7 - Quizvraag

Welke regel pas je toe als je een woord moet opschrijven dat de persoonsvorm is?

Slide 8 - Open vraag

Is het woord in deze zin een persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Hij heeft het niet zo BEDOELD hoor.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 9 - Quizvraag

Welke regel pas je toe als je een woord moet opschrijven dat een voltooid deelwoord is?

Slide 10 - Open vraag

Wie zijn lessen goed ....... (voorbereiden), zal er veel van opsteken.
A
Voorbereidt
B
Voorbereid
C
Voorbereit
D
Voorbereidde

Slide 11 - Quizvraag

Hij ...... (vermoeden) gisteren dat hij Corona had.
A
vermoede
B
vermoed
C
vermoedde
D
vermoedt

Slide 12 - Quizvraag

De man met de groene pet ........ (worden) hard weggeduwd.
A
word
B
wort
C
wordt
D
wortd

Slide 13 - Quizvraag

Wat probeer ik te onthouden van de uitleg?

Slide 14 - Open vraag

en nu:
je gaat individueel een quiz in Kahoot maken met vragen/zinnen over de werkwoordspellig. Heb je nog geen account bij Kahoot, maak er dan één aan. 
Zorg dat je minimaal 10 en maximaal 15 quizvragen hebt, waarbij je zowel t.t., v.t. en v.d laat terugkomen. Elke vraag duurt 15 sec. en bevat een passende afbeelding.
De link naar jouw quiz lever je in via Teams (plak in Word).
Volgende week gaan we een quiz van één van jullie spelen. 

Slide 15 - Tekstslide