2. De tropische zone

De tropische zone
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek en schrift op tafel, iPad nog niet in deze les.

Startvraag: welke zes landschapzones kennen we?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De tropische zone
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek en schrift op tafel, iPad nog niet in deze les.

Startvraag: welke zes landschapzones kennen we?

Slide 1 - Tekstslide

Eerder leerden we...
Wat een landschapszone is - een groot gebied waar klimaat en plantengroei met elkaar overeenkomen.

Wat een cultuurlandschap is - een landschap dat is ingericht door mensen.

Welke schaalniveaus er zijn - van ver uitgezoomd (mondiaal) tot ver ingezoomd (lokaal).

Slide 2 - Tekstslide

Voor we verder gaan...
Nakijken opdrachten les 1.

Hoe? De antwoorden staan open in de les '1. Landschapszones'.
Met wie? Je doet dit alleen en je werkt stil.
Hoe lang? 5 minuten de tijd.
Klaar? Neem alvast deze LessonUp door/begin vast aan de opdrachten.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Weet je het nog?
Zes zones op de wereld:
Tropisch (warm en vochtig)
Subtropisch (warm, minder vochtig)
Aride (droog)
Gematigd (geen extremen)
Boreaal (kouder, naaldbomen)
Polair (koud, geen begroeiing)

Slide 4 - Tekstslide

Bij welke zone hoort dit gebied?
A
Tropische zone
B
Aride zone
C
Boreale zone
D
Gematigde zone

Slide 5 - Quizvraag

Is de boreale zone kouder of warmer dan Nederland?
A
Kouder
B
Warmer

Slide 6 - Quizvraag

Als we naar één landschapszone kijken, kijken we op...
A
Regionale schaal
B
Nationale schaal
C
Internationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 7 - Quizvraag

We keken de vorige keer naar de hele wereld: op mondiale schaal.

Vandaag gaan we inzoomen naar een gebied met meerdere landen: we gaan kijken op continentale of internationale schaal.

Slide 8 - Tekstslide

Dit gaan we leren:
Je kan beschrijven welk landschap we rondom de evenaar kunnen vinden.
Je kan uitleggen waarom het in dat gebied zo warm en vochtig is.
Je kan uitleggen waarom het steeds kouder wordt als je verder van de evenaar af gaat.

Sta je er goed voor op aardrijkskunde en kan je zelfstandig werken? Dan mag je nu vast beginnen aan de opdrachten. Dit doe je in stilte.

Slide 9 - Tekstslide

Inzoomen: de tropische zone.

Slide 10 - Tekstslide

De tropische zone ligt rond de evenaar.
Waar is de evenaar?
Hier
Hier
Hier

Slide 11 - Sleepvraag

Evenaar = een streep (geen echte) over het midden van de aarde.

Vanaf de evenaar kan je omhoog of omlaag gaan. Hoe ver je van de evenaar af bent, noem je de breedteligging (omdat je de evenaar in de breedte tekent).
Dicht bij de evenaar:
lage breedte.

Slide 12 - Tekstslide

Rond de evenaar = altijd warm. Dat komt omdat zonnestralen daar recht op de aarde vallen. Ver van de evenaar vallen ze juist schuin en is het kouder.

Slide 13 - Tekstslide

Rond de evenaar = altijd vochtig. Dat komt omdat warme lucht opstijgt en hoog in de lucht verandert in druppels. Daar komt neerslag van.

Slide 14 - Tekstslide

Warm, veel neerslag... Welk landschap krijg je dan?
A
Woestijn
B
Regenwoud
C
Naaldbomen
D
Graslanden

Slide 15 - Quizvraag

Tropische zone
In de tropische zone vind je het tropisch regenwoud.
> Altijd meer dan 18 graden warm
> Heel veel neerslag
> Heel veel vegetatie!
Er is een groot aantal soorten aan planten en dieren - een grote biodiversiteit.
Bio = leven
Divers = verschillend
Biodiversiteit =
verschillende soorten leven

Slide 16 - Tekstslide

Het andere landschap dat we in de tropische zone vinden is de savanne.

Hier is elk jaar een droge periode. Er groeit daardoor wat minder vegetatie dan in het regenwoud.

Slide 17 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
Wat de breedteligging van een gebied is: hoe ver van de evenaar af het ligt.

Wat de breedteligging betekent voor de temperatuur: hoe verder van de evenaar af, hoe kouder het wordt.

Waarom rond de evenaar tropisch regenwoud voorkomt, en welke kenmerken dat heeft.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Maak: de opdrachten uit deze LessonUp.

Hoe? In je schrift. Gebruik je boek (B76, B81, B82).
Met wie? Je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang? Tot het einde van de les.
Klaar? Werk alvast verder aan les 3.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 1
Gebruik B22.
a. Wat bedoelen we met 'de evenaar'?
b. Lees de uitspraak en geef aan of deze juist of onjuist is.
Het land Oeganda ligt in Afrika. De evenaar loopt recht door dit land heen - daarom zeggen we dat Oeganda op hoge breedte ligt.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 1 - Antwoorden
a. Wat bedoelen we met 'de evenaar'?
De denkbeeldige streep over het midden van de aarde.
b. Lees de uitspraak en geef aan of deze juist of onjuist is.
Het land Oeganda ligt in Afrika. De evenaar loopt recht door dit land heen - daarom zeggen we dat Oeganda op hoge breedte ligt.
De uitspraak is onjuist.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 2
Neem de tabel over in je schrift. Vul de lege vakken in met informatie die je uit B81 en B82 kan halen.
Tropisch regenwoud
Savanne
Neerslag (millimeter per jaar)
Vegetatie (veel of weinig, welke soort)

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 2 - Antwoorden
Neem de tabel over in je schrift. Vul de lege vakken in met informatie die je uit B81 en B82 kan halen.
Tropisch regenwoud
Savanne
Neerslag (millimeter per jaar)
Meer dan 2000 mm
500 tot 2000 mm
Vegetatie (veel of weinig, welke soort)
Veel, verschillende soorten, dicht op elkaar
Graslanden met bomen en struiken

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 3
Bekijk de foto op de volgende slide.
a. Welke kenmerken van het tropisch regenwoud zie je op de foto?
b. In het tropisch regenwoud is een grote biodiversiteit. Wat bedoelen we met dat woord?
c. Kies het juiste woord in de zin:
De savanne heeft een grotere / kleinere biodiversiteit dan het regenwoud.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 3 - Antwoorden
a. Welke kenmerken van het tropisch regenwoud zie je op de foto?
Dichte begroeiing, verschillende etages, veel verschillende soorten planten/bomen.
b. In het tropisch regenwoud is een grote biodiversiteit. Wat bedoelen we met dat woord?
Hoeveel verschillende soorten planten en dieren ergens leven.
c. Kies het juiste woord in de zin:
De savanne heeft een grotere / kleinere biodiversiteit dan het regenwoud.

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 4
Noteer de onderstaande begrippen in je schrift. Zoek de betekenis van de begrippen op in je boek en noteer deze erachter.
a. Lage breedte
b. Hoge breedte
c. Tropisch regenwoud
d. Savanne

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 4 - Antwoorden
Noteer de onderstaande begrippen in je schrift. Zoek de betekenis van de begrippen op in je boek en noteer deze erachter.
a. Lage breedte - Het gebied rondom de evenaar.
b. Hoge breedte - De gebieden op aarde ver van de evenaar.
c. Tropisch regenwoud - Dichtbegroeide bossen rondom de evenaar.
d. Savanne - Graslanden met bomen en struiken in de tropische zone.

Slide 28 - Tekstslide