§5.3 Geluidssterkte
§5.3 Geluidssterkte
Geluidssterkte:
Golflengte: afstand tussen twee golftoppen.
des te korter de afstand
des te hoger de toon
des te hoger de frequentie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
§5.3 Geluidssterkte
Geluidssterkte:
Golflengte: afstand tussen twee golftoppen.
des te korter de afstand
des te hoger de toon
des te hoger de frequentie
Slide 1 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
Geluidssterkte:
Amplitude: hoogte van een golftop;
des te groter de amplitude
des te harder het geluid.
des te groter de geluidssterkte
(hoe hard het geluid is)
Als je hard praat zijn de golven dus groter dan als je fluistert.
Als je een hoger geluid maakt zijn er dus meer golven.
Slide 2 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
Geluidssterkte:
Geluidssterkte meet je met een decibelmeter
in decibel
symbool: dB
symbool: dB
Het ene oor is het andere niet ⟹ gevoeligheid van het oor is verschillend.
⟹ A-filter: maakt de meter minder gevoelig voor lage en hoge frequenties.
in decibel A-filter
symbool: dB(A)
symbool: dB(A)
Decibelschaal: waarin de sterkte van geluid wordt weergegeven
Slide 3 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
Geluidsgolven zijn even hoog. Evenveel golven per seconde
Er zijn meer rode golven per seconde. Blauwe golf heeft een kleinere
amplitude dan de rode
Conclusie: Conclusie:
Rood is een hoger geluid ⟹ Hertz Rood is een harder geluid ⟹
Decibel
Slide 4 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
Gehoordrempel en pijngrens:
Gehoordrempel: de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen.
Pijngrens: de geluidssterkte waarbij het geluid pijn aan de oren begint te doen.
Slide 5 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
Gehoordrempel en pijngrens:
Als de geluidsbronnen verdubbelen neemt de geluidssterkte met 3dB toe.
Voorbeeld:
Een boormachine maakt een geluid van 90dB.
Twee boormachines maken een geluid van 90dB + 3dB = 93dB.
Vier boormachines maken een geluid van 93dB + 3dB = 96dB.
Acht boormachines maken een geluid van 96dB + 3 dB = 99dB
Bij acht machines neemt het geluid zoveel geluid
23=8x
Slide 6 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
Opdrachten voor de volgende les.
Noteer via gegeven, gevraagd, oplossing
de antwoorden in je schrift/klapper (A4-formaat)
Slide 7 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
9. Geef uitleg of de definitie van onderstaande gegevens:
a. Amplitude.
b. Wat gebeurt er als de amplitude afneemt met het geluid?
c. Wat is de eenheid van geluidssterkte?
d. Waar houdt het A-filter rekening mee?
Slide 8 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
9. Geef uitleg of de definitie van onderstaande gegevens:
e. Waarmee wordt het geluidsniveau gemeten?
f. Waar ligt de gehoordrempel?
g. Waar ligt de pijngrens?
Slide 9 - Tekstslide
Opgave 10
Slide 10 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
10. Zie voorgaand figuur drie opnames van de aanslag van een stemvork.
a. In welke volgorde zijn de opnames gemaakt?
b. Waaraan zie je dat?
Slide 11 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
11. Er zijn steeds meer hybride auto’s.
Dit betekent dat de auto een benzinemotor én een zeer stille elektromotor heeft. Bij lage snelheden rijdt deze auto op de elektromotor en is bijna niet hoorbaar. Het geluidsniveau bij een snelheid van 25 km/h is voor een voetganger te vergelijken met boomblaadjes in de wind.
a. Welk geluidsniveau (in dB) hoort de voetganger als de auto nadert?
(Binas: ‘Gehoorgevoeligheid’.)
Slide 12 - Tekstslide
§5.3 Geluidssterkte
11. Er zijn steeds meer hybride auto’s.
Dit betekent dat de auto een benzinemotor én een zeer stille elektromotor heeft. Bij lage snelheden rijdt deze auto op de elektromotor en is bijna niet hoorbaar.
Er is een luidspreker ingebouwd zodat de auto bij lage snelheid wel hoorbaar is. Tijdens het optrekken neemt het geluidsniveau van de luidspreker toe
van 40 tot 55 dB.
b. Bereken hoeveel keer het geluid is toegenomen.
