H1L16 - Woorden - maandag








: )


Maandag

Planning van dit uur 

    • Nakijken huiswerk spelling 
    • Woorden




    Aan het einde van deze les
    • leer je 25 nieuwe woorden gebruiken 
    Welkom 1VMB
    Omdat jullie goed werken in de les, mogen jullie vanaf nu zelf plekken zoeken!

    Als het hierdoor onrustig wordt in de les, gaan jullie in de volgende les weer volgens de plattegrond zitten. 


    1 / 10
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

    In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

    Onderdelen in deze les








    : )


    Maandag

    Planning van dit uur 

      • Nakijken huiswerk spelling 
      • Woorden




      Aan het einde van deze les
      • leer je 25 nieuwe woorden gebruiken 
      Welkom 1VMB
      Omdat jullie goed werken in de les, mogen jullie vanaf nu zelf plekken zoeken!

      Als het hierdoor onrustig wordt in de les, gaan jullie in de volgende les weer volgens de plattegrond zitten. 


      Slide 1 - Tekstslide

      Slide 2 - Tekstslide

      Waar is jouw oma beter in dan jij?

      Heb je geen oma meer, denk dan aan een andere oude persoon in je omgeving.

      Slide 3 - Open vraag

      Oma's kennen (veel) meer woorden
      Ouderen kennen verreweg meer woorden dan jongeren. 

      Uit onderzoek blijkt:
      • Als je van de basisschool afkomt, ken je (ongeveer) 27.000 woorden 
      • Tot je tachtigste leer je er 16.000 bij 
      • Elk jaar blijven we woorden leren en die vergeten we niet
      • Slechts 200 van de 53.000 onderzochte woorden bleken vooral bekend onder jongeren





      Slide 4 - Tekstslide

      Waarom is het belangrijk dat je meer woorden leert?

      Slide 5 - Open vraag

      Bij welke vakken op de basisschool heb je veel nieuwe woorden geleerd?

      Slide 6 - Open vraag

      Hoeveel procent van de woorden van een tekst moet je kennen om die tekst goed te kunnen begrijpen?
      A
      60%
      B
      70%
      C
      80%
      D
      90%

      Slide 7 - Quizvraag

      Wat doe je als je niet weet wat een woord betekent?

      Slide 8 - Open vraag

                         Individueel werken 
      timer
      5:00
      Wat
      Bekijk de woordenlijst op bladzijde 50 van 1.5 Woorden (in je boek). 
      Ga voor ieder woord na: 
      - of je de betekenis (ongeveer) kent - zet dan een kruisje bij het woord.
      - of je het woord in een zin kunt zetten - zet dan nog een kruisje bij het woord. 

      Tel de woorden met twee kruisjes. 19 of minder? Maak alle opdrachten. 20 of meer? Sla opdracht 6, 7 en 9 over.
      Hoe
      Individueel, in stilte
      Hulp
      Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs als je vragen hebt
      Tijd
      Ongeveer tien minuten 
      Uitkomst
      Deze woorden komen terug op de repetitie
      Klaar
      Maak opdracht 2, 4 t/m 7 en 9 t/m 11. 
      Al klaar? Maak opdracht 13 t/m 20. 

      Slide 9 - Tekstslide

      Samenvatting van de les
      Jij
      • kent nu nieuwe woorden. 

      Maandag
      • Woorden


        Huiswerk 
        • Maak opdracht 2, 4 t/m 7 en 9 t/m 11 van 1.5 Woorden (in je boek)

        Slide 10 - Tekstslide