7.4 De wereld is een dorp

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

7. Nederland en het buitenland

7.4 De wereld wordt kleiner

7.4 De wereld is een dorp!

• Ik kan uitleggen wat globalisering is. 
• Ik kan uitleggen waarom internationale handel steeds meer toeneemt
  
• Ik kan aangeven welke gevolgen dit heeft voor de werkgelegenheid in de wereld en NL. 
• Ik kan uitleggen hoe Nederland zijn internationale concurrentiepositie kan behouden.

Wat is globalisering volgens jou?

7.4 De wereld wordt kleiner
Internationale arbeidsverdeling

Er is sprake van een toenemende wereldhandel (globalisering)

• vrijhandel
• technologische ontwikkelingen van communicatie en transport

Hierdoor ontstaat er internationale arbeidsverdeling

voordelen?

nadelen?

7.4 De wereld wordt kleiner
Voordelen

1. Meer keuze uit verschillende producten.
2. Goedkopere producten.
3. Betere kwaliteit.

7.4 De wereld wordt kleiner
Nadelen

• Productie verplaatst zich naar lagelonenlanden (bv China) 
• Ongelijke verdeling van de welvaart (omwille van concurrentiepositie)
• Negatieve gevolgen voor het milieu (energie, grondstofdelving, ...)

7.4 De wereld wordt kleiner
Handelsverdragen

Om internationale handel te bevorderen, sluit de EU met andere landen handelsverdragen:

• verlaging of afschaffing invoerrechten
• veiligheidseisen (bv. auto's)
• eisen op vlak van tewerkstelling, milieu of duurzaamheid

Hoe kan NL er dus voor zorgen dat wij een sterke internationale concurrentiepositie houden?

7.4 De wereld wordt kleiner
Internationale concurrentiepositie?

Goede prijs/kwaliteit nastreven door:

• goed onderwijs 
• goede infrastructuur
  
• innovatie
• goede gezondheidszorg
  

Globalisering kan zorgen voor economische groei, maar ook voor werkloosheid.
Daarover gaan de volgende zinnen.

1. Een bedrijf verhuist naar een lagelonenland om te produceren.
2. Het wordt voor bedrijven goedkoper om in een ander land te produceren.
3. Nederlandse fabrieksarbeiders verliezen hun baan.

Wat is de juiste volgorde?

1. Globalisering → 1 → 3 → 2 → werkloosheid
2. Globalisering → 2 → 1 → 3 → werkloosheid
3. Globalisering → 3 → 2 → 1 → werkloosheid
4. Globalisering → 2 → 3 → 1 → werkloosheid

Wat is géén voorbeeld van globalisering.

1. Via internet kun je over de hele wereld shoppen.
2. Ons rundvlees komt uit Argentinië.
3. Sommige mensen willen de euro afschaffen.
4. Steeds meer Nederlanders vinden een baan in China.

De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?

1. Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
2. Internet heeft het proces van globalisering versneld.
3. Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
4. Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.

Ondanks de hoge lonen in ons land heeft het Nederlandse hightech bedrijf ASML een sterke internationale concurrentiepositie.
welke twee gegevens hieronder geven hiervoor een verklaring?

1. ASML doet hoge investeringen in onderzoek en ontwikkeling.
2. De koers van de euro is hoog ten opzichte van andere valuta.
3. De vennootschapsbelasting in Nederland is hoger dan in het buitenland
4. Het personeel bij ASML is hoogopgeleid