4.2 Oorlog in Nederland en buiten Europa


Blz. 138
4.2 Oorlog in Nederland en buiten Europa
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Blz. 138
4.2 Oorlog in Nederland en buiten Europa

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 138

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd Nederland bestuurd tijdens de bezetting? (1/2)
Met de capitulatie van Nederland op 15 mei begon de Duitse bezetting.

Wat veranderde er in het bestuur?
  • de rechtsstaat en de democratie werden
      afgeschaft;
  • koningin Wilhelmina en de ministers
      vluchtten naar Londen;
  • de nazi Seyss-Inquart werd de hoogste
      bestuurder van Nederland.



Blz. 138
Seyss-Inquart (rechts voor) en NSB-leider Mussert (in het zwart) op het binnenhof (1941)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd Nederland bestuurd tijdens de bezetting? (2/2)
Wat merkten mensen van de bezetting?
  • eerst weinig, het gewone leven leek terug
      te keren en het ging beter met de
      economie;
  • er was onderdrukking, de nazi’s bepaalden
      wat kranten mochten schrijven;
  • kranten werden gebruikt voor nazi
      propaganda.

Hoe noem je het controleren van publicaties?
  • censuur




Blz. 138
Duitse soldaten in Amsterdam (15 mei 1940)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leefden mensen in bezet Nederland (1/2)
De Duitsers gebruikten steeds meer geweld om mensen bang te maken.
Hoe noem je dat geweld?
  • terreur

Op welke drie manieren reageerden
  mensen in Nederland?
  • een kleine groep werkte samen met de Duitsers
      (collaboratie);
  • de grootste groep gehoorzaamde aan de Duitsers;
  • een kleine groep kwam in verzet tegen de Duitsers.





Blz. 139
Duitse soldaten in Amsterdam (15 mei 1940)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leefden mensen in bezet Nederland (2/2)
Mensen die samenwerkten met de Duitsers waren vaak aangesloten bij de NSB.
Wat deden NSB’ers? Bijvoorbeeld:
  • bunkers bouwen;
  • onderduikers opsporen;
  • razzia's organiseren om mannen op te pakken die in
      Duitsland moesten werken.

Wat deden mensen die in het verzet zaten? Bijvoorbeeld:
  • onderduikers helpen;
  • illegale kranten maken;
  • aanslagen plegen op Duitsers.






Blz. 139

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De meeste Nederlanders …........................................................................................
tijdens de Tweede Wereldoorlog.
A
passen zich aan
B
werken mee met de bezetter
C
gaan in verzet

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Duitsers gedragen zich over het algemeen
                      . Ze zagen de Nederlanders als
                       broedervolk dat later opgenomen zou worden in het                       rijk. Maar liefst 25.000 Nederlanders gaan vrijwillig bij de                                  , de hoogste opkomt van alle bezette landen. 
Germaans
Joodse
gewelddadig
SS
vreedzame
Duitse

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke instantie(s) werkte(n) mee aan het transport
van de Joden?
A
gemeentehuizen en spoorwegen
B
spoorwegen en politie
C
gemeentehuizen en politie
D
gemeentehuizen, spoorwegen en politie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel Joodse Nederlanders zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog vernietigd?
A
20.000 (75% van alle Joden in Nederland)
B
50.000 (50% van alle Joden in Nederland)
C
75.000 (100% van alle Joden in Nederland)
D
100.000 (75 van alle Joden in Nederland)

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kwamen vanaf 1943 veel mensen in opstand tegen de Duitsers?
A
Joden werden gediscrimineerd
B
Er werd veel geweld gebruikt
C
Er was veel honger in Nederland
D
Het plan om Nederlandse arbeiders in Duitsland te laten werken

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen stierven tijdens de Hongerwinter aan honger en kou?

A
2.000
B
20.000
C
200.000

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel dat Nederland vandaag de dag weer betrokken
raakt in een oorlog en er bevolkingsgroepen worden
getransporteerd. Denk je dat burgers nu anders
zouden reageren dan vroeger? Waarom wel/niet?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werktijd
  • Herhaling opdracht 1 (blz. 144)
  • Leren 4.1
  • Lees de leerstof op blz. 138-139
  • Maak opdracht 2 t/m 5 + opdracht 1 van de
      verdieping (blz. 145) 
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Blz. 138
4.2 Oorlog in Nederland en buiten Europa

Slide 18 - Tekstslide

Bespreken: Wat gebeurt hier? Voor wie moesten deze mensen buigen? Waarom werd Azië betrokken in de oorlog?

Foto: In het jappenkamp moesten de mensen elke ochtend uren buigen voor de Japanse bezetters.
Wat veranderde er in het Nederlandse bestuur vanaf 15 mei 1940?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke houding namen Nederlanders aan tegenover de bezetter? Noem er 3.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier werd Azië betrokken in de oorlog?
Japan sloot zich aan bij Duitsland en Italië. Waarom bezetten Japanners grote delen van Azië en Europese kolonies?
  • Ze wilden een groot rijk.

Wie moesten als dwangarbeiders voor de Japanners werken?
  • Europese en Aziatische mannen

Waar sloten de Japanners veel Europese mensen op?
  • in jappenkampen

In 1941 viel de Japanse luchtmacht de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor aan. Wat was het gevolg?
  • De VS gingen meedoen met de geallieerden.

Blz. 140

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werden Afrika en Amerika betrokken in de oorlog?
Wie vochten in Noord-Afrika mee tegen de Duitsers en Italianen?
  • Amerikanen en Britten. Aan de kant van de Britten vochten
      ook soldaten mee uit Britse kolonies, zoals India.

Werd in Amerika gevochten?
  • Nee, de Amerikaanse industrie produceerde tanks en
      vliegtuigen.

Wat deden landen in Amerika die toen nog kolonie van Nederland waren?
  • Suriname en Curaçao leverden aluminium en brandstof
      voor de vliegtuigen.

Blz. 141

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd de Tweede Wereldoorlog beëindigd?
Wanneer bevrijdden de geallieerde legers Zuid-Nederland?
  • september 1944

Daarna werd het erg koud. Vooral in het westen leden veel mensen honger. Hoe noem je die periode?
  • hongerwinter

Wanneer gaf in Noord-Nederland het Duitse leger zich over?
  • mei 1945

Wanneer eindigde de Tweede Wereldoorlog wereldwijd?
  • Op 15 augustus 1945, nadat Amerikanen een atoombom op
      Japan gegooid hadden.

Blz. 142

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Werktijd
  • Opdrachten nakijken + verbeteren
  • Maak de herhaling 4.1 en 4.2
  • Lees de leerstof op blz. 140-141-142
  • Maak opdracht 6 t/m 10
timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk nog eens terug naar de teksten in paragraaf 4.1 en 4.2. Wat vind jij de belangrijkste gebeurtenis of het belangrijkste onderdeel van de Tweede Wereldoorlog? Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies