Wat is een parallelschakeling en een serieschakeling

elektrische stroom paragraaf 2.1
  • Telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten volgens de plattegrond
  • Pak je schrift en je pen.
Proefwerk 2 Elektriciteit
Nodig voor deze les:
  • pen - potlood
  • schrift

Wat gaan we doen:
  • Verschil serie schakeling en parallelschakeling
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

elektrische stroom paragraaf 2.1
  • Telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten volgens de plattegrond
  • Pak je schrift en je pen.
Proefwerk 2 Elektriciteit
Nodig voor deze les:
  • pen - potlood
  • schrift

Wat gaan we doen:
  • Verschil serie schakeling en parallelschakeling

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Ik weet het verschil tussen een serieschakeling en een parallelschakeling.
  • Ik weet wat de spanning en de stroomsterkte zijn
  • Ik weet hoe je een spanningsmeter en een stroomsterktemeter schakelt in een stroomkring

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
We tekenen een stroomkring met een potlood en een liniaal.
De lijnen zijn recht.
De stroomkring bestaat uit:
  • elektrisch apparaat (lampje)
  • spanningsbron (batterij)
  • stroomdraadjes.

Slide 3 - Tekstslide

Omreken van de eenheid
  • dit werkt hetzelfde als bij de meter.
  • Als je het moeilijk vindt, maak een tabel.
voorbeeld 54 mA = ... A

kilo
hecto
deca
(Ampère)
deci
centi
milli
0,054
(antw.)
0,54
5,4
54

Slide 4 - Tekstslide

schakelingen
Er bestaan twee soorten schakelingen.
  1. serieschakeling
  2. parallelschakeling

Bij een serieschakeling is er 1 stroomkring waarbij alle apparaten achter elkaar zitten.

Bij een parallelschakeling zijn er meerdere stroomkringen waarbij ieder apparaat zijn eigen stroomkring heeft.  

Slide 5 - Tekstslide

Serie schakeling
Alle stroom gaat door alle apparaten, dus de stroomsterkte is overal gelijk.

Er zijn geen vertakkingen.

De spanning van ieder apparaat wordt apart berekend, alle spanning mag je optellen.

I = constant
U(tt) = U1 + U2 + U3 + ...

Slide 6 - Tekstslide

Serie schakeling
Het voordeel is dat je maar een stroomkring hoeft te hebben, dit is makkelijk maken.

Als er een apparaat stuk is gaan de andere ook uit, hierdoor kunnen andere apparaten niet teveel spanning krijgen (en doorbranden)

Een schakelaar staat altijd in serie (in de stroomkring).
Een stroomsterktemeter staat altijd in serie (dus in de stroomkring)

Slide 7 - Tekstslide

Parallel schakeling
Elk apparaat heeft een eigen stroomkring met een eigen stroomsterkte

Er zijn wel vertakkingen.

De spanning van ieder apparaat wordt wordt door dezelfde spanningsbron geleverd

U = constant
I(tt) = I1 + I2 + I3 + ...

Slide 8 - Tekstslide

Serie schakeling
Het voordeel is dat je apparaten los van elkaar aan en uit kunt zetten.

Als er een apparaat stuk is blijven de andere aan, hierdoor kunnen kun je gewoon doorwerken met de stroom die je hebt.

Thuis staan de apparaten altijd parallel geschakeld zodat de koelkast blijft werken als je een lamp uit doet.

Slide 9 - Tekstslide

De stroomsterkte (herhaling)
De stroomsterkte is een natuurkundige grootheid die aangeeft hoeveel elektriciteitspakketjes er per seconde door de stroomdraad gaan.
De stroomsterkte wordt weergegeven met de hoofdletter I (ie).
De eenheid van de stroomsterkte is de Ampère (A)

De stroomsterkte wordt gemeten met een stroomsterktemeter of een ampèremeter (zelfde apparaat)
De stroomsterktemeter wordt altijd in serie (in de stroomkring) aangesloten.

Slide 10 - Tekstslide

De spanning (herhaling)
De spanning is een natuurkundige grootheid die aangeeft hoe snel de elektriciteitspakketjes door de stroomdraad gaan.
De spanning wordt weergegeven met de hoofdletter U.
De eenheid van de spanning is de Volt (V)

De spanning wordt gemeten met een spanningsmeter of een voltmeter (zelfde apparaat)
De spanningsmeter wordt altijd parallel (buiten de stroomkring in een eigen stroomkring) aangesloten.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide