2021-12-02 Some, any, ontkenningen, ing-vorm

Welcome!
What we are going to do today:
1. some / any
2. ontkenningen 
3. present continuous (ing-vorm)

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
What we are going to do today:
1. some / any
2. ontkenningen 
3. present continuous (ing-vorm)

Slide 1 - Tekstslide

Goals for today
At the end of today's lesson: 

- I can use some + any correctly. 
- I can make a negative sentence. 
- I can use the ing-form.

Slide 2 - Tekstslide

Some / any
something
anywhere
someone
etc...

Slide 3 - Tekstslide

Some
Any
Bevestigende zin
Vraagzin (in een restaurant)
Overige/gewone vraagzinnen
Ontkenningen (zinnen met not)

Slide 4 - Sleepvraag

Would you like some / any tea?

A
some
B
any

Slide 5 - Quizvraag

Is there ... available?
A
someone
B
anyone

Slide 6 - Quizvraag

I don't want to go ....

A
somewhere
B
anywhere

Slide 7 - Quizvraag

.... needs to visit these people.

A
someone
B
anyone

Slide 8 - Quizvraag

Ontkennende zinnen

Slide 9 - Tekstslide

Ontkenningen (= not)





I am not at school.
They were not happy.
Welk werkwoord in de zin?
Regel:
Regel 1:
to be (am / is / are / was / were)
Zet 'not' na de vorm van to be

Slide 10 - Tekstslide

Maak ontkennend:
My sister is very friendly.

Slide 11 - Open vraag

Ontkenningen (= not)





He can not help you. 
We have not seen her. 

Welk werkwoord in de zin?
Regel:
Regel 1:
to be (am / is / are / was / were)
Zet 'not' na de vorm van to be
Regel 2:
2 werkwoorden in de zin.
Zet 'not' tussen de 2 werkwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Maak ontkennend:
I could post that on Insta.

Slide 13 - Open vraag

Ontkenningen (= not)





I don't play soccer.
She doesn't like sports. 

Welk werkwoord in de zin?
Regel:
Regel 1:
to be (am / is / are / was / were)
Zet 'not' na de vorm van to be
Regel 2:
2 werkwoorden in de zin.
Zet 'not' tussen de 2 werkwoorden
Regel 3:
1 werkwoord in de zin (niet to be!)
Gebruik don't / doesn't / didn't + hele werkwoord 

Slide 14 - Tekstslide

Maak ontkennend:
He reads a book.

Slide 15 - Open vraag

Maak ontkennend:
We watched a film yesterday.

Slide 16 - Open vraag

Let op!
SHIT (she / he / it) personen:   doesn't 
Alle overige personen:               don't 
Verleden tijd krijgt:                       didn't



Slide 17 - Tekstslide

Present continuous
ing-vorm

Slide 18 - Tekstslide

Present continuous (ing-vorm)
Als iets nu bezig is!

I am teaching right now. 
They are watching TV.

am / is / are + werkwoord+ing

Slide 19 - Tekstslide

Gebruik de ing-vorm
She ........ (call) her sister.

Slide 20 - Open vraag

Gebruik de ing-vorm
They ..... (play) soccer.

Slide 21 - Open vraag

Gebruik de ing-vorm
I ........ (run) home.

Slide 22 - Open vraag

Gebruik de ing-vorm
Susan and Pete .... (hike).

Slide 23 - Open vraag

Tasks for now
Practice online.

Use the links in Magister! 

Slide 24 - Tekstslide