HV1 4.2 de rekenmachine


 4.2 De rekenmachine
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


 4.2 De rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Lesdoelen 
- Herhaling Theorie 4.1 B Afronden
- Theorie 4.2 De rekenmachine
- Zelfstandig aan het werk


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les weet je:
- Hoe je decimale getallen kunt afronden (herhaling)

Na deze les kun je op de rekenmachine:
- bewerkingen uitvoeren al +, -, x en :
- negatieve getallen invoeren
- breuken invoeren
- een berekening met een deelstreep uitvoeren
- een berekening met haakjes uitvoeren

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 4.1 Decimale getallen 
Afronden

Slide 4 - Tekstslide

Rond af op één cijfer achter de komma.
5,579 wordt
timer
0:20
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 5 - Quizvraag

Afronden op een 2 decimalen betekent:
een antwoord met:
timer
0:20
A
2 cijfers achter de komma
B
een geheel getal
C
4 cijfers achter de komma
D
een deelstreep

Slide 6 - Quizvraag

Rond 5,7348 af
op twee decimalen
timer
0:20

Slide 7 - Open vraag

Rond af op 3 decimalen:
3,141565897
timer
0:20

Slide 8 - Open vraag

Rond af op duizendtallen...
23 907
A
23000
B
24000
C
23910
D
20000

Slide 9 - Quizvraag

457 098 333 256
Rond af op miljoenen (zonder spaties)

Slide 10 - Open vraag

Rond af op honderdduizendtallen
34.569.000
A
34,5 miljoen
B
34,6 miljoen
C
34,569 miljoen
D
34,57 miljoen

Slide 11 - Quizvraag

4.2 De rekenmachine

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bereken

Slide 14 - Tekstslide

S<>D

Slide 15 - Tekstslide

Bereken en rond af op 2 decimalen

Slide 16 - Tekstslide

= -661

Slide 17 - Tekstslide

Bereken

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Bereken

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bereken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bereken:

timer
1:30

Slide 24 - Open vraag

Bereken:

timer
1:00

Slide 25 - Open vraag

Bereken:

timer
1:30

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

300 x 30 = 9000
11 : 2 = 5,5
50 x 5 = 250
300 : 30 = 10
11 x 2 = 22
50 : 5 = 10

Slide 28 - Tekstslide

Ik kan de rekenmachine op een goede manier gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Nu zelf aan de slag!
  • Aan de slag met opgave 29 t/m 39
  • Klaar? nakijken!
timer
15:00

Slide 30 - Tekstslide