Argumenten, tegenargument, weerlegging bij een van de volgende stellingen:
1. Als de oorlog over is, moeten vluchtelingen terugkeren naar hun land van herkomst.
2. De leeftijdsgrens voor stemmen moet worden verlaagd naar 16 jaar.
3. Elke leerling moet toegang krijgen tot gratis bijles.
4. Schoolkantines moeten geheel vegetarisch zijn.