KCV Klas 2 les 2

• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

KCV les 2

De Griekse beeldhouwkunst

680 v. Chr. - 27 v. Chr.

Wat gaan we doen? 

• We bekijken de verschillende stromingen in de beeldhouwkunst
• Je leert beelden dateren aan de hand van hun kenmerken
• Je leert een aantal begrippen die passen bij de Griekse beeldhouwkunst

Oude beelden

We kennen vooral de dynamische Griekse beelden zoals hiernaast... 

Nog oudere beelden

Maar de eerste Griekse beelden zagen er zo uit...

Welke ontwikkelingen hebben ze dan doorgemaakt?

De Archaïsche periode

650-480 v. Chr.

Sterke Egyptische invloed

Deze kouroi worden uit één stuk gehouwen

Kenmerken kouros

• Vrijstaand figuur
• Kijkt recht vooruit
• Eén been naar voren
• Hangende armen
• Gebalde vuisten
• Krullende haren
• "archaïsche glimlach"

De Klassieke periode

480 - 323 v. Chr.

Nieuwe vindingen

• Strenge stijl
• Contraposto
• Idealisme
• Beweging

Contraposto

De wagenmenner

• Eén van de zeldzamene geklede mannelijke figuren
• Let op het gezicht en de haren
• En wat is het materiaal?

Meer realisme

maar wel een strenge blik

De discuswerper

• Meer beweging
• Realistischere weergave
• Meer gelaatstrekken
• Maar: wel gestileerd
• Dus nog geen herkenbare portretten

Okay... 

nog niet alles is perfect vanuit elke hoek...

Nieuw materiaal: brons

Zoek de 

verschillen

Zoek de 

verschillen

Later worden de portretten realistischer. 

Indiviudele karaktertrekken worden duidelijk. 

Het hellenisme

323 - 27 v. Chr.

(Van de dood van Alexander tot aan de opkomst van Augustus)

De thema's veranderen

• Individualisme
• Groepen, kinderen, oude mensen, niet-Grieken
• Meer oog voor detail
• Pathos
• Realisme

Desmosthenes

Let op het bittere en stroeve uiterlijk.

Lacoön

• Groepsportret
• Pathos: lijden in beeld

Niet-Grieken:

Galliërs

Maar... hoe zit het dan met de vrouwen?

In de archaïsche tijd had je de korai.
Let op hoe de kleding en haarstijlen veranderen. 

In de klassieke tijd komt er meer interesse in de vrouwelijke vormen. 

We noemen dit de "natte stijl": de kleding zit als een natte lap om de vrouwenfiguur. 

Hellenisme:

naakten. 

Opdracht. 

• Ga op zoek naar een plaatje van een beeld uit de Griekse Oudheid.
• Bepaal de periode en eventueel het jaartal
• Probeer te achterhalen wie het beeld gemaakt heeft
• Leg uit wie of wat het beeld voorsteld
• Leg ook uit waarom het beeld jou aanspreekt.