Startrekenen 1F H2 Optellen 2.3

H2 Optellen
2.3

Optellen met getallenlijn
Getallen splitsen
Verhaaltjessommen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 Optellen
2.3

Optellen met getallenlijn
Getallen splitsen
Verhaaltjessommen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Ik reken een optelsom uit
(met de getallenlijn)

Ik splits getallen.

Ik maak verhaaltjessommen.

Slide 2 - Tekstslide

lesinhoud
1. Optellen (met getallenlijn)
2. Getallen splitsen
3. Verhaaltjessommen

Slide 3 - Tekstslide

1. 
optellen

= getallen bij elkaar tellen



Je rekent het totaal uit.

Slide 4 - Tekstslide

Reken uit.

11 + 7 =

Slide 5 - Open vraag

Reken uit.

13 + 4 =

Slide 6 - Open vraag

Reken uit.

21 + 7 =

Slide 7 - Open vraag

Reken uit.

33 + 3 =

Slide 8 - Open vraag

1.
optellen



Bij optellen kun je
een getallenlijn gebruiken.








Slide 9 - Tekstslide


Bij optellen is het handig 
als je de getallen tot 10 
kunt splitsen.


splitsen = verdelen









Slide 10 - Tekstslide

2.
getallen splitsen



Opdracht: 

Splits het getal.











Slide 11 - Tekstslide

Splits het volgende getal.
10
5 ?

Slide 12 - Open vraag

Splits het volgende getal.
10
7 ?

Slide 13 - Open vraag

Splits het volgende getal.
10
9 ?

Slide 14 - Open vraag

Splits het volgende getal.
10
4 ?

Slide 15 - Open vraag

Splits het volgende getal.
10
2 ?

Slide 16 - Open vraag


Bij optellen is het handig 
als je de getallen tot 10 
kunt splitsen.


splitsen = verdelen









Slide 17 - Tekstslide

Je rekent een som
in twee stappen uit.

Je noemt dit:

aanvullen
tot het volgende tiental

Slide 18 - Tekstslide

3.
verhaaltjes-sommen

Slide 19 - Tekstslide

verhaaltjes-sommen

Slide 20 - Tekstslide

rekenvraag
Kara gaat met de trein.
Kara moet haar saldo aanvullen tot € 30 euro om de reis te betalen.

Hoeveel euro moet ze erbij zetten op haar ov-chipkaart?
26,00
Kara gaat met de trein.

Kara moet haar saldo 
aanvullen tot € 30 euro 
om de reis te betalen.

Hoeveel euro moet ze erbij zetten?

Slide 21 - Tekstslide

Nassim wil oortjes kopen.

Nassim heeft € 52,- gespaard.

Hoeveel euro moet hij 
nog sparen?
€ 60,-

Slide 22 - Tekstslide

aan de slag!
Maak: WB : opdracht: 29 + 30
             JE : rekenopdrachten
Vraag? 
Leg blokje neer én ga verder
met de volgende opdracht.

Klaar?
1. Maak opdracht 22
2. Werk in zelfstandige werkmap onderdeel: 'rekenen 2'

Slide 23 - Tekstslide

evaluatie:
Wat ging goed?

Wat ga je de volgende keer 
anders doen?

Wat mag/kan de docent 
de volgende keer anders doen?

Slide 24 - Tekstslide

Doelen
Ik leg uit wat optellen is.

Ik reken een optelsom uit
met de getallenlijn. 

Ik splits getallen.

Slide 25 - Tekstslide