Havo 3 préparation au test chapitre 2

Chapitre 2 
Voca A B E F
grammaire D et H
phrases-clés C et G
verbes avoir et être (présent et passé composé)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 2 
Voca A B E F
grammaire D et H
phrases-clés C et G
verbes avoir et être (présent et passé composé)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

C' est l' entrée ---- collège
A
des
B
de la
C
du

Slide 4 - Quizvraag

Je vais --------mer
A
à la
B
au
C
aux
D
à l'

Slide 5 - Quizvraag

Je vais ---- club de foot
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux

Slide 6 - Quizvraag

vertaal:
ik ben op school

Slide 7 - Open vraag

Vertaal:
het is de jurk van het meisje

Slide 8 - Open vraag

Regelmatige werkwoorden 
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 9 - Sleepvraag

Het voltooid deelwoord van een werkwoord op ir
A
é
B
i
C
u
D
e

Slide 10 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden 
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS

Slide 11 - Sleepvraag

Avoir
etre
nous sommes
tu es
j' ai
nous avons
Pim et Sandra ont
Sandra et michelle sont

Slide 12 - Sleepvraag

Mets au passé composé:
On (être) au collège

Slide 13 - Open vraag

Mets au passé composé:
Elles (avoir) beaucoup de plaisir

Slide 14 - Open vraag

Quelle est ta série préférée?

Slide 15 - Open vraag

Qu'est-ce que tu fais le weekend?

Slide 16 - Open vraag

Traduis: faire les magasins

Slide 17 - Open vraag

Traduis: Faire la vaiselle

Slide 18 - Open vraag

Wat hoort er op de ---- te staan
Je ----------ranger ma chambre
A
suis
B
déteste
C
sors
D
j' en ai assez

Slide 19 - Quizvraag

Antwoord in het Frans:
Pourquoi tu aimes aller au cinéma?

Slide 20 - Open vraag

Zet in de passé composé
Je choisis le français

Slide 21 - Open vraag

vous ----------avec nous?
A
sortons
B
sortez
C
sortent
D
sort

Slide 22 - Quizvraag

Qu' est-ce que vous aimez faire?

Slide 23 - Open vraag

traduis: ik sta op
A
je rigole
B
je me repose
C
je me lève
D
je sors

Slide 24 - Quizvraag

traduis: de vrije tijd
A
le temps libre
B
la vie libre
C
l'heure libre
D
le jour libre

Slide 25 - Quizvraag

Traduis:
Il finira l' entrainement

Slide 26 - Open vraag

Traduis: Parfois, il faut connaitre l' espace

Slide 27 - Open vraag

traduis: de inwoner

Slide 28 - Open vraag

traduis: het was moeilijk

Slide 29 - Open vraag

Vous avez des questions?

Slide 30 - Open vraag