4.2 Circulaire economie

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Gedragsverwachtingen

Verantwoord:                       Tijdens mijn uitleg: STILTE

                                                    Actief luisteren

Vriendelijk:                            Elkaar laten uitpraten

Leerdoelen                                 

Je weet aan het eind van de les ....

- wat het verschil is tussen een lineaire economie 
en een kringloopeconomie

My Skills:

#12 Initiatief tonen en pro-actief zijn

#14 Motivatie voor het werk hebben

De eerste fase in de productie van goederen is de productie van...

1. diensten
2. eindproducten
3. halffabricaten
4. grondstoffen

Alle bedrijven die na elkaar aan een product werken vormen samen de...

1. productieweg
2. dienstensector
3. bedrijfskolom
4. toegevoegde waarde

Hulpmiddelen die nodig zijn voor de productie...

1. natuur
2. kapitaal
3. arbeid
4. ondernemerschap

kostprijs = totale kosten : aantal

1. juist
2. onjuist

Kringloopeconomie

Recycling past bij een kringloopeconomie of circulaire economie.

Daarin is afval de grondstof voor nieuwe materialen.

In een kringloopeconomie worden producten:

• langer gebruikt
  
• hergebruikt.
  

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Lineaire economie

Het tegenovergestelde van een kringloopeconomie is een lineaire economie. 

In een lineaire economie worden grondstoffen uit de natuur gehaald, producten worden na gebruik weggegooid.

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

4.2

Bespreek met jouw buurman/vrouw en schrijf op:
wat herken jij op school uit de kringloopeconomie? en thuis?

wat herken jij op school uit de lineaire economie? en thuis?

wat zijn 2 voordelen van een kringloopeconomie?

wanneer heb jij voor het laatst iets gerecycled?

Tijd: 10 minuten

Voor woensdag: huiswerk opgave 10 t/m 12

Leerdoelen: reflectie

Je weet aan het eind van de les ....

- wat het verschil is tussen een lineaire economie

en een kringloopeconomie

Gedragsverwachtingen

Tijdens mijn uitleg: STILTE

Actief luisteren

Elkaar laten uitpraten