les 5 thema 2 hv1a (di)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Terugblik vorige week.
-Uitleg over de leerdoelen van deze week.
-Opdrachten maken
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd?
-Huiswerk noteren.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week 
Huiswerk gemaakt?
Wat was lastig?  B2:   B3:   en B7(vwo): 

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks even om uitleg.

Waar zit het probleem?? Tekst lezen? Inzicht? Te snel? ....

 

Slide 3 - Tekstslide

Vorige week 
Huiswerk gemaakt?
Wat was lastig?  B2: 2, 7, 9, 10  B3: 1, 6, 8, 9 en B7(vwo): 1
Er was dus veel "lastig"
Waar zit het probleem?? Tekst lezen? Inzicht? Te snel? ....

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks even om uitleg.


 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is GEEN functie van
wortels
A
Reserve voedsel opslaan
B
Water en voedingsstoffen opnemen
C
Plant vast zetten in de bodem
D
Glucose maken. (Fotosynthese)

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heten de kleine wortels
aan de uiteinden
A
Wortelharen
B
Hoofdwortel
C
Zijwortel

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet nummer 4
A
Hoofdnerf
B
Bladschijf
C
Zijnerf
D
Bladmoes

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet nummer 6
A
Hoofdnerf
B
Bladsteel
C
Bladmoes
D
Okselknop

Slide 8 - Quizvraag

Je legt de letter p onder de microscoop.

Wat zie je als je door de lens kijkt?
A
een p
B
een d
C
een b

Slide 9 - Quizvraag


Stel dat het oculair 15x vergroot, het objectief 20x.
Wat is de totale vergroting van de microscoop?
A
35x
B
20x
C
300x
D
5x

Slide 10 - Quizvraag

Bart zegt: "Ik kan me al registreren als donor, want ik ben 13 jaar."

Klopt het wat Bart zegt?

A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Waar liggen de
nieuwste jaarringen?
1
2
A
Op locatie 1, aan de binnenkant van de stam
B
Op locatie 2, aan de buitenkant van de stam

Slide 13 - Quizvraag


Stel dat het oculair 15x vergroot, het objectief 20x.
Wat is de totale vergroting van de microscoop?
A
35x
B
20x
C
300x
D
5x

Slide 14 - Quizvraag


Wat mist dit blad?
A
Nerven
B
Bladschijf
C
Bladskelet
D
Bladmoes

Slide 15 - Quizvraag

Fotosynthese vooral 's nachts plaats
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Vindt in een paard fotosynthese plaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Laatste vraag:

Wat eet je bij BIETJES (KROOTJES)?
A
wortels
B
zaden
C
stengels
D
vruchten

Slide 18 - Quizvraag

Jaarringen hebben twee lagen: een donkere en een lichte laag
A
De lichte laag vormt in de lente, de donkere in de zomer.
B
De lichte laag vormt in de zomer de donkere in de winter
C
De lichte laag vormt in de zomer, de donkere in de herfst.
D
De donkere laag vormt in de lente, de lichte in de zomer.

Slide 19 - Quizvraag

De leerdoelen van deze week: 
-Je kunt een preparaat maken.
-Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
-Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 20 - Tekstslide

Je kunt een preparaat maken. 
Eerst wat uitleg, dan doornemen van leren onderzoeken 3 (blz. 142 t/m 144) en opdracht 4 maken.
Volgende keer zelf een preparaat maken (en bekijken en tekenen).

Slide 21 - Tekstslide

De verschillen tussen dierlijke en plantaardige cellen.
-Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies. 
Uitleg via deze link naar biologiepagina.nl

Slide 22 - Tekstslide

Plastiden 
Zitten alleen in plantencellen, je moet er 3 kennen.
Ze kunnen dus ook in elkaar overgaan.

Let op: je hebt dus kleurstofkorrels (plastiden), maar er kan ook kleurstof  in de vacuole zijn opgelost (bloem in kleurstof, anthocyaan in rode kool)

Slide 23 - Tekstslide

Celorganellen
Een deel(tje) van een cel die een eigen functie heeft noem je een celorganel.
Voorbeelden: celkern, bladgroenkorrel, vacuaole, celmembraan.

Slide 24 - Tekstslide

Cellen, hoe zien ze eruit?

Slide 25 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt een preparaat maken.
-Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
-Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B4 en B5 en leren onderzoeken 3.
-Te maken: basisstof 4 (2.4), B5 (2.5) en leren onderzoeken opdr 4.
-Te doen: practicum 8 en 9.
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
Laatste 5 minuten nog 6 vragen in lessonup. sluit je tabblad dus nog niet af.

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting.
Hoe ver ben je gekomen? 
Volgende les: start met uitleg B5, 
Vrijdag B4 en B5 afmaken en tekenen (practicum 7+8). 

Ga je thuis alvast wat opdrachten maken? Zo ja, welke?

Slide 27 - Tekstslide

Wat is de plantencel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quizvraag

Heeft een plantencel een vacuole?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Een plantencel heeft WEL/NIET een celmembraan.
A
Wel
B
Niet

Slide 31 - Quizvraag

Welke cel heeft geen celwand?
A
Dierlijkecel
B
Plantencel

Slide 32 - Quizvraag

de plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 33 - Quizvraag

Als een rozenbottel rijp wordt, verandert de kleur van groen naar rood.
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
A
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
B
Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
C
Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels
D
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels

Slide 34 - Quizvraag

Huiswerk.
Volgende week dinsdag 6e uur.

Alles af van de studiewijzer van deze week (paragraaf 4 en 5 en leren onderzoeken).
(En natuurlijk ook 2.1, 2.2, 2.3 en leren onderzoeken als dat nog niet af was.)

Ga je voor volgende les (woe 5e uur) alvast wat opdrachten maken? Zo ja, welke? Noteer dat dan ook in je agenda.

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk in de agenda gezet?
Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
  
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 36 - Tekstslide