GT 3.4 De Economische wereldcrisis

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

3.4 De Economische wereldcrisis

• Crisis in Amerika
• Economsiche wereldcrisis
• Het nationaal socialisme
  

Crisis in Amerika

• Vanaf 1929 stopt de groei van de Amerikaanse economie
• Mensen willen nu massaal hun aandelen verkopen
• Men verkoopt alles op de zelfde dag (zwarte donderdag)
• Hierdoor zijn de aandelen niks meer waard
• Banken raken hierdoor hun geld kwijt
   (omdat mensen hun aandelen inwisselen voor geld)
• Nu kunnen mensen en bedrijven geen geld meer lenen
   Én geen leningen meer afsluiten!

Zwarte donderda 24 oct 1929

Economsiche wereldcrisis

• Miljoenen mensen in Amerika raken hun baan kwijt
• De Amerikaanse overheid dacht dat de crisis zichzelf zou oplossen
   Dat bleek niet het geval
• Werklozen gaan van 1.5mil naar 12 mil mensen! (1932)
  
• De overheid komt met projecten om de economie te herstellen
•  Ze pompen geld in de economie met grote bouwprojecten zoals:
   aanleg v wegen/ stuwdammen
• Hierdoor kunnen arbeiders weer aan de slag!
  

De "Dust Bowl" in Amerika

Door te diep te ploegen komt de top laag van de grond los!

In Nederland wordt één op de vier mensen werkloos

In Duitsland wordt één op de drie werkloos

Facisme in Duitsland

Door onvrede in Europa groeit op veel plekken het facisme

Ook in Duitsland:

• Het ging economisch erg slecht in Duitsland

• Door het verdrag van Versailles kreeg Duitsland de schuld van de Eerste Wereldoorlog

• Hierdoor verliest het Duitse volk hun vertrouwen in deDuitse politieke partijen

Adolf Hitler maakte hier gebriuk van

De NSDAP

Door de onvrede in Duitsland krijgt de partij van Hitler veel volgers 

(de NSDAP, Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij)

Hitler vond dat:

• Duitsland één machtige sterke leider nodig had
• Het Duitse volk een sterke eenheid moet zijn én moet gehoorzamen
• Geweld gebruikt mag worden als mensen niet meewerken of luisteren
  
• Ook beloofde hij het verdrag van Versailles ongedaan te maken
• En hij gaf de joden de schuld van het verlies van ww1 én de
   economische crisis