Herhaling chapter 3- Vocabulary, Grammar, Stones- kader

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Noor

Zahra 

Oumaima

Malak

Rafaella

Beray

Lyshana

Ayberk

Lam-Yea

Safouane

Taqwim

Oumamaya

Hajar

Raouae

Satwat

Tala

Churda

Selin

Angel

Reyhan

Richhard

Achraf

Ilseris

Nijdar

docent

Aim

Review chapter 3

• Vocabulary
• Stones 6, 7
• Grammar

Homework check

Email opdracht

Vocabulary

Op de volgende 15 slides vul je de juiste vertaling in

Wat betekent: Verward

Wat betekent: liever

Wat betekent: zaak

Wat betekent: baan

Wat betekent: betrouwbaar

Wat betekent: handtekening

Wat betekent: arresteren

Wat betekent: stapel

Wat betekent: bit

Wat betekent: neither

Wat betekent: cardboard

Wat betekent: suspect

Wat betekent: several

Wat betekent: summary

Wat betekent: finally

Vertaal de Stones zinnen

Op de volgende 6 slides moet je de stones correct vertalen van het Nederlands naar het Engels

Rechercheurs ondervroegen al het winkelpersoneel

Ze vonden geen enkel bewijs

Iemand heeft mijn laptop uit mijn kluisje gestolen

gisteravond hingen er twee jongens rond bij het fietsenschuurtje

we zijn net getuige geweest van een overval

getuigen herkenden beide verdachten

Grammatica

Kies het juiste antwoord op de volgende 20 slides

I ... a great film yesterday

1. saw
2. have seen

Sue ... the flu last winter

1. had
2. has had

She ... up yet

1. didn't wake
2. hasn't woken

the maid ... the floor yesterday

1. vacuumed
2. has vacuumed

We ... to India twice

1. went
2. have been

Peter ... his car yesterday

1. cleaned
2. has cleaned

He ... the ball really hard and now we can't find it

1. hit
2. has hit

What ... last weekend?

1. did you do
2. have you done

Sam ... an hour ago to tell me he is coming over

1. called
2. has called

Ms. Postma ... all the wonderful kids of M3E in the summer of 2020

1. met
2. has met

don't worry, .... of these foods contain nuts

1. any
2. some
3. none
4. all

I think ... kids on earth like candy

1. all
2. none
3. every
4. both

I burnt ... my hands while cooking

1. each
2. both
3. every
4. all

It's delicious but I'll throw up if I eat ... of it

1. none
2. every
3. both
4. all

... Angelica or Charlotte have daughters

1. neither
2. all
3. every
4. none