les 4 - Integratie (Mickey)


Thema 2 - Samenleving - les 4 - Integratie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


Thema 2 - Samenleving - les 4 - Integratie

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
In de vorige les hebben wij:
  • Geleerd waarom Nederland een multiculturele samenleving is;
  • geleerd wat immigratie inhoudt;
  • geleerd wanneer mensen in Nederland mogen komen wonen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
  • leer- en lesdoelen
  • Opdracht 1 'cultuur verschillen'
  • Opdracht 2 'integratie'
  • Opdracht 3 'stellingen'
  • Bespreken leer- en lesdoelen 

Slide 3 - Tekstslide



  • Heb je geleerd waarom cultuurverschillen lastig kunnen zijn;
  • heb je geleerd wat integratie inhoudt. 

Slide 4 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het einde van les heb ik geoefend:
- met het voeren van een klassengesprek over een stelling. Ik geef mijn mening over of ik voor of tegen de stelling ben en kan deze mening beargumenteren. 

Slide 5 - Tekstslide

Theorie 1: Cultuurverschillen
Elke cultuur kent zijn eigen gewoonten en opvattingen. In veel Aziatische landen bijvoorbeeld, is wegkijken tijdens een gesprek een teken van respect. Nederlanders zijn juist gewend om hun gesprekspartner aan te kijken. Door zulke cultuurverschillen kunnen mensen uit verschillende culturen het soms lastig vinden om elkaar te begrijpen. 

Maak opdracht 1 in tweetallen op blz. 66 en 67

Slide 6 - Tekstslide

Theorie 2: Integratie
In Nederland leven mensen uit allerlei culturen samen. Er zijn daardoor ook allerlei cultuurverschillen. Daarom wordt van alle inwoners van Nederland verwacht dat ze elkaar cultuur leren kennen en zich aan elkaar aanpassen. Dit noem je integratie. 
Integratie moet ervoor zorgen dat iedereen in Nederland goed met elkaar kan samenleven, ondanks cultuurverschillen. 
Meedoen in de samenleving
Integratie moet er ook voor zorgen dat mensen die nieuw in Nederlands zijn, kunnen meedoen in de samenleving. Als zij de Nederlandse cultuur kennen, kunnen ze makkelijker contact maken met anderen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld ook makkelijker werk vinden. 

Maak opdracht 2 in tweetallen op blz. 69 en 70

Slide 7 - Tekstslide

Maak een top 3 van dingen die je MOET weten als je nieuw bent in Nederland..

Slide 8 - Woordweb

Opdracht 3: stellingen
Opdracht 3 doen we klassikaal op blz. 70 en 71

Stelling: Naast Christelijke feestdagen als Kerst en Pasen, moeten ook het islamitische Suikerfeest en het hindoeïstische Diwali officiële feestdagen worden. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4: Feestdagen
Maak met je tweetal een korte PowerPoint presentatie over een zelfgekozen feestdag of traditie. 
Beschrijf en laat zien (plaatjes) waar de feestdag om gaat, wat er gegeten wordt, wat er precies gevierd wordt, hoe zo'n feestdag verloopt en wat deze feestdag  voor jullie zelf betekent! 
Overleg met je tweetal wie wat gaat presenteren, (zorg voor een eerlijke verdeling). Bereid dit voor de volgende les voor. 
Zorg voor een presentatie van ongeveer 5 minuten. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4: Feestdagen
Wat komt er dus in de presentatie:
1. Naam van de Feestdag of traditie
2. waar de feestdag om gaat
3. wat er gegeten wordt
4. wat wordt er gevierd
5. hoe verloopt de feestdag
6. wat betekent het voor jou?

Slide 11 - Tekstslide

Independence Day
 (4th of July)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide



  • Heb je geleerd waarom cultuurverschillen lastig kunnen zijn;
  • heb je geleerd wat integratie inhoudt. 

Slide 14 - Tekstslide