E Grammatik Teil 2

E grammatik Teil 2: Voltooid deelwoord
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

E grammatik Teil 2: Voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog
van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Herhaling: Welke vorm van het werkwoord hoort bij het persoonlijk voornaamwoord?
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
wohne
wohnen
wohnen
wohnst
wohnt
wohnt

Slide 3 - Sleepvraag

Aan het eind van de les kan/weet ik...
- wat een voltooid deelwoord is.
- hoe het voltooid deelwoord voor de zwakke werkwoorden in het Duits wordt gemaakt. 
- het voltooid deelwoord maken van de werkwoorden 'haben' en 'sein'

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord

Stam van een werkwoord?

wohnen
spielen
machen
kochen

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
voltooid deelwoord: ???

Ik heb vandaag pizza gemaakt.
Ik heb in Heerlen gewoond.
Zij hebben spaghetti gekookt.

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
In het Duits:???

Ich habe Pizza gemacht.
Ich habe in Heerlen gewohnt.
Ich habe Spaghetti gekocht.

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord

Regel: ge + stam + t

Wohnen -) gewohnt
Kochen -) gekocht
Machen -) gemacht
Spielen -) gespielt
Stappenplan:

1) je bepaalt de stam.
2) je plakt ge- voor de stam.
3) je plakt een -t achter de stam.

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
onregelmatige hulpwerkwoorden:

haben
sein

ge+hab+t
ge+wes+en

Slide 11 - Tekstslide

Maak nu de volgende opdachten:
Buch: Aufgabe 21 bis 25 auf Seite 118 + 119
Zeit:   20 Minuten

fertig: - Seite 132-133 Lernliste lernen
- Differentiatie opdrachten maken


timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Grammatik – Het voltooid deelwoord
Vul het voltooid deelwoord van de werkwoorden in de zinnen in.
1 lachen Hast du auch so viel über den Komiker ………………………….?
2 suchen Wo seid ihr? Ich habe euch überall ………………………….
3 bauen Der Architekt hat ein modernes Haus ………………………….
4 zeigen Sie hat dem Mann den Weg ………………………….
5 hören Seine Eltern haben klassische Musik ………………………….
6 lieben Er hat sie …………………………., aber jetzt liebt er sie nicht mehr.
7 zählen Mein kleiner Bruder hat heute bis 100 ………………………….
8 duschen Nach dem Fußballspiel habe ich zuerst ………………………….
9 haben Heute habe ich Englisch und Erdkunde …………………………..
10 sein Gehst du einkaufen? – Nein, ich bin schon im Supermarkt ………………………….. .











Slide 13 - Tekstslide

Ik kan.../Ik weet...

Slide 14 - Tekstslide

Grammatik – Het voltooid deelwoord
Vul het voltooid deelwoord van de werkwoorden in de zinnen in.
1 lachen Hast du auch so viel über den Komiker ………………………….?
2 suchen Wo seid ihr? Ich habe euch überall ………………………….
3 bauen Der Architekt hat ein modernes Haus ………………………….
4 zeigen Sie hat dem Mann den Weg ………………………….
5 hören Seine Eltern haben klassische Musik ………………………….
6 lieben Er hat sie …………………………., aber jetzt liebt er sie nicht mehr.
7 zählen Mein kleiner Bruder hat heute bis 100 ………………………….
8 duschen Nach dem Fußballspiel habe ich zuerst ………………………….
9 haben Heute habe ich Englisch und Erdkunde …………………………..
10 sein Gehst du einkaufen? – Nein, ich bin schon im Supermarkt ………………………….. .











Slide 15 - Tekstslide