In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Elektriciteit in huis
3.1 Stroom en schakelen
3.2 Weerstand
3.3 Elektriciteit gebruiken
3.4 Een veilige stroomkring
Slide 1 - Tekstslide
Wat is geen spanningsbron?
A
accu
B
batterij
C
schakelaar
D
dynamo
Slide 2 - Quizvraag
Een stroom- of Ampéremeter is altijd parallel geschakeld.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Ampèremeter
Slide 4 - Tekstslide
Na deze les weet je:
Wat elektrische weerstand is;
Hoe je weerstand kunt meten;
Wat soortelijke weerstand is;
Wat het verband is tussen spanning, stroomsterkte en weerstand;
Waarvoor je weerstanden gebruikt in een schakeling.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het antwoord op vraag 18 ( werkboek blz. 106 )
Slide 6 - Open vraag
Geleiders
Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.
Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. Maar ook andere metalen zoals aluminium, zilver, goud en kwik geleiden elektriciteit goed.
Geleiders laten elektriciteit goed door
Slide 7 - Tekstslide
Isolatoren
Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door.
Dit noemen we een isolator.
Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Isolatoren laten geen elektriciteit door
Slide 8 - Tekstslide
Weerstand
Als er stroom door een apparaat loopt ontstaat er weerstand.
Deze weerstand in een elektriciteitssnoer is o.a. afhankelijk van:
1. de lengte; Hoe langer het snoer, hoe groter de weerstand.
2. de dikte; Hoe dunner het snoer, hoe groter de weerstand.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de elektronen door een materiaal heen bewegen.
Slide 9 - Tekstslide
Een multimeter meet:
Spanning (volt)
Stroomsterkte (Ampère)
Weerstand (Ohm)
Slide 10 - Tekstslide
Soortelijke weerstand
De weerstand die stroom voelt om
door een draad te gaan.
SW Platina: 0.106 Ohm/m/mm2
SW Koper: 0.017 Ohm/m/mm2
Slide 11 - Tekstslide
Wet van Ohm
De elektrische stroomsterkte hangt af van twee dingen:
de spanning
de weerstand.
Spanning kun je vergelijken met de kracht waarmee de elektrische deeltjes vooruit geduwd worden.
Hoe hoger de spanning, hoe groter de stroomsterkte.
Hoe groter de weerstand, hoe lager de stroomsterkte.
Slide 12 - Tekstslide
Wet van Ohm
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Vragen?
Nee ?
Dan gaan we nu even samen rekenen
Slide 15 - Tekstslide
Stappen
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord +eenheid
Slide 16 - Tekstslide
Uitwerking opdracht
Gegevens: I = 1,2 A R= 15 Ohm
Gevraagd: U
Oplossing:
Spanning = stroomsterkte x weerstand U = I x R U = 1,2 x 15 U = 18 V
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht 1
Slide 18 - Tekstslide
Wat is het antwoord op vraag 18 ( werkboek blz. 106 )
Slide 19 - Open vraag
Wat is het antwoord?
Slide 20 - Open vraag
Uitwerking opdracht 1
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht 2
Slide 22 - Tekstslide
Wat is het antwoord?
Slide 23 - Open vraag
Uitwerking opdracht 2
Slide 24 - Tekstslide
Opdracht 3
Slide 25 - Tekstslide
Wat is het antwoord?
Slide 26 - Open vraag
Uitwerking opdracht 3
Slide 27 - Tekstslide
Opdracht 4
Slide 28 - Tekstslide
Wat is het antwoord?
Slide 29 - Open vraag
Uitwerking opdracht 4
Slide 30 - Tekstslide
Wat is het antwoord?
Slide 31 - Open vraag
Voorbeeld van een weerstand
Slide 32 - Tekstslide
Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema?
Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast.
Slide 33 - Tekstslide
Waarde van een weerstand
De waarde van een weerstandje kun je bepalen aan de hand van de gekleurde ringen.
Op het plaatje hiernaast zie je wat de kleurcode van een weerstand betekent.
Slide 34 - Tekstslide
Ring 4 en evt 5
De 4e (en soms 5e ring) zijn zilver of goud. Dit betekent dat ze een afwijking hebben. Bij zilver is de afwijking 10% en de gouden 5%.
Slide 35 - Tekstslide
Hoe werken die kleurcodes dan?
In de hieropvolgende plaatjes zie je hoe je stap voor stap de weerstand kunt bepalen door naar de ringen te kijken.
De eerste afbeelding laat het voorbeeld zien, de 2e, 3e en 4e laten de waarde van de ring zien.
Slide 36 - Tekstslide
Hier zie je kleuren van de ringen
Slide 37 - Tekstslide
De groene ring geeft een 5 aan
Slide 38 - Tekstslide
De blauwe ring geeft een 6 aan
Slide 39 - Tekstslide
De rode ring geeft 2 nullen aan
Slide 40 - Tekstslide
Bijna klaar
De laatste ring is goud. Dit geeft dus aan dat er een afwijking kan zijn van 5%.
De weerstand tussen ligt tussen de
5320 Ohm en 5880 Ohm
Slide 41 - Tekstslide
Maken 3.2 (evt. 3.1 afmaken)
Werk netjes en zorgvuldig
Als je klaar bent laat je het door mij controleren
Als ik het voldoende vind kun je het huiswerk nakijken/verbeteren.
Klaar? dan kun je rustig iets voor jezelf gaan doen.