Tense Review

4 Tenses Review
Lesson goal: ik herken welke tijd ik moet gebruiken

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 Tenses Review
Lesson goal: ik herken welke tijd ik moet gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Most important tenses
Present Simple

 
Continuous

 
Perfect

Past Simple

Gewoontes
Feiten

Het is nu aan het gebeuren
Het begon in het verleden t/m nu
Het is verleden tijd. Afgelopen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dutch is different than English!
  • vertaal: ik eet een broodje

  • I usually eat bread in the morning
  • present simple - generally true - hobby 
  • I am eating a delicious sandwich now
  • Present Continuous - is happening now

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple

Discuss to find the answer to the following questions

1) Wat denk je is de  (s)he it= SHIT-regel?
2) Wanneer gebruik je de present simple?
3) Wat zijn signaalwoorden voor de present simple?

timer
1:30

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Check:
When to use the Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
welke zin is present simple?
A
I am walking to school.
B
They walked to school.
C
We have walked to school.
D
He walks to school.

Slide 6 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Schrijf een vraagzin in de present simple.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een ontkennende zin in de present simple.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Present Continuous
'The teacher is teaching grammar now'

Discuss and find the answers
1) Hoe schrijf je de present continuous?
2) Wanneer gebruik je de present continuous?
3) Wat zijn signaalwoorden voor de present continuous?

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
verb+ed
B
verb+s
C
to be + verb+ing

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat nu aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
I am going to be waiting at the crossroads.
B
I was waiting at the crossroads.
C
I am waiting at the crossroads.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een vraagzin in the present continuous.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

extra!
Use present continuous with “always” when you want to complain or express annoyance.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een correct zin met 'always' in de present continuous.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden gebruik je met Present Simple en welke met Present Continuous?
Present Simple
Present Continuous
Right now
Today
Never
This moment
Often
Every week

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
'I walked to school this morning'
Discuss the answer to:

1) What is the rule?
2) What are irregular verbs? give examples
3) What are signalwords? give examples

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Past simple
Check: when do you use the past simple.
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
verb +ed irregular verb 2e rijtje
B
verb+s
C
to be + verb+ing
D
have/has + verb+ed

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple regelmatige werkwoorden

Past simple onregelmatige werkwoorden
swim
walk
drive
cook
give
have

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect
'I have studied English for many years'

1) Wat is het verschil met de past simple?
2) Wat zijn signaalwoorden voor de present perfect?


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de regel van de present perfect?
A
verb +ed or irregular verb
B
verb+s
C
to be + verb+ing
D
have/has + verb+ed or irregular verb

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect:
So when do we use this?
A
het is in het verleden gebeurd en niet zo belangrijk wanneer.
B
bij feiten, gewoontes en regelmaat.
C
wanneer het nog moet gaan gebeuren.
D
als het gebeurd is en je ziet dat het verleden tijd is.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ready for?
questions

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Present Continious
Present Perfect
Feiten
Handeling op dit moment
Niet duidelijk of belangrijk wanneer
Gewoontes

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Present Continuous
Present Perfect
Right now
Never
Usually
Since Yesterday
Ever
Often

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Every Monday, Maurice _____ (drive) her kids to football practice.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sam _____(arrive) in San Diego a week ago.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I _____(have, not) this much fun since I was a kid.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Shhhhh! Be quiet! John _____ (sleep) in class.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Today, we will learn about Mother Teresa, a famous leader who ________ (dedicate) her life to helping others.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Now you will ace your PEI4

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mother Teresa
Tip: Ask yourself the questions
  • Is Teresa still alive?
  • Does her Missionaries of Charity still exist today?
These answer will help you to complete the task in Step Up.

--> Please show your answers to the teacher as soon as you are ready 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies