Thema 2 Voortplanting en Ontwikkeling

Thema 2
Voortplanting en Ontwikkeling
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 2
Voortplanting en Ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn geslachtskenmerken?
A
de lichamelijke kenmerken waaraan je het geslacht herkent.
B
de lichamelijke kenmerken waaraan je een persoon herkent.
C
de lichamelijke veranderingen die ontstaan tijdens de puberteit

Slide 2 - Quizvraag

Secundaire geslachtskenmerken zijn:
A
Kenmerken die vanaf de geboorte zichtbaar zijn
B
Kenmerken die vanaf de puberteit zichtbaar zijn

Slide 3 - Quizvraag

Zijn de schaamlippen van de vrouw een primaire geslachtskenmerk of een secundaire geslachtskenmerk?
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk

Slide 4 - Quizvraag

Primaire geslachtskenmerk
Secundaire geslachtskenmerk
Penis
Schaamhaar
Vagina
Balzak
Borsten
Schaamlippen
Bredere heupen

Slide 5 - Sleepvraag

Zaadleider
Urineblaas
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Penis
Bijbal
Teelbal
Balzak
Urinebuis
Eikel
Voorhuid

Slide 6 - Sleepvraag


In welke zin staan alleen secundaire geslachtskenmerken?
A
Schaamlippen, borstgroei en borsthaar.
B
Schaamhaar en lagere stem.
C
Balzak, schaamlippen en penis.
D
Balzak, bredere schouders en lagere stem.

Slide 7 - Quizvraag

Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina

Slide 8 - Sleepvraag

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het vrouwelijke voortplantingsstelsel. Er staan acht organen aangegeven met een cijfer. Sleep de groene namen achter het juiste cijfer.
kleine schaamlip
vagina
clitoris
grote schaamlip
eileider
baarmoeder
urineblaas
eierstok

Slide 9 - Sleepvraag

§2.4 De Menstruatiecyclus

Slide 10 - Tekstslide

Tijdens de menstruatie ..
A
Komt een eicel vrij uit de eierstok
B
Gaat een eicel dood in de eileider
C
Wordt de eicel bevrucht door zaadcellen
D
Stoot de baarmoeder het gemaakte slijmvlies af

Slide 11 - Quizvraag


Tijdens de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies:
A
Dikker
B
Dunner

Slide 12 - Quizvraag

Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie

A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel dagen duurt de menstruatiecylcus?
A
14 dagen
B
21 dagen
C
28 dagen
D
31 dagen

Slide 14 - Quizvraag

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 15 - Quizvraag