4V Beco FinLev H6.1

2.14
Vanuit een koophuis is het ...(1) om te verhuizen.
Door maandelijks ...(2) te betalen, bouw je bij een koophuis bezit op
A
1> makkelijker 2> aflossing
B
1> makkelijker 2> rente
C
1> moeilijker 2> aflossing
D
1> moeilijker 2> rente
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.14
Vanuit een koophuis is het ...(1) om te verhuizen.
Door maandelijks ...(2) te betalen, bouw je bij een koophuis bezit op
A
1> makkelijker 2> aflossing
B
1> makkelijker 2> rente
C
1> moeilijker 2> aflossing
D
1> moeilijker 2> rente

Slide 1 - Quizvraag

2.14.7
Huurders hebben ...(1) een opstalverzekering nodig en ...(2) een inboedelverzekering
A
1 wel 2 wel
B
1 wel 2 niet
C
1 niet 2 wel
D
1 niet 2 niet

Slide 2 - Quizvraag

4V Beco FinLev H6

Slide 3 - Tekstslide

Lenen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat vond je het meest opvallend in het artikel?

Slide 6 - Open vraag

Leenmotieven
- Aanschaf van duurzame goederen
- Om een tijdelijk tekort op te vangen
- Om calamiteiten op te vangen

Slide 7 - Tekstslide

Maximaal leenbedrag
Afhankelijk van:
- Hoogte van het inkomen
- Hoogte van het rentepercentage
- Onderpand
- Andere openstaande leningen ( BKR )

Slide 8 - Tekstslide

Leningen
Ander woord voor lening is krediet

Consument is geldnemer / kredietnemer

Bank is geldgever / kredietverstrekker

Slide 9 - Tekstslide

Lenen
Persoonlijke lening <------------------> Doorlopend krediet
vast leenbedrag                lening tot maximaal kredietplafond
vaste aflossing                                                   flexibele aflossing

Slide 10 - Tekstslide

Lenen
Persoonlijke lening <------------------> Hypothecaire lening
geen onderpand                                                onderpand             
hogere rente                                               lagere rente    

Slide 11 - Tekstslide

Nog enkele consumptieve kredieten:

- Rood staan, rekening courant
( eenvoudig, maar hele hoge rente )

- Creditcard
( (te) weinig inzicht in uitgaven )

Slide 12 - Tekstslide

Lenen
Rij deze auto voor € 8.000,-
OF VOOR SLECHTS € 120,-




                                                                                                         p.m. ged.8 jr.

Slide 13 - Tekstslide

Lenen
96 x 120 = € 11.520,-
11.520 - 8.000 = € 3.520,- extra betaald

3.520 = Kredietkosten ( rente + evt. administratiekosten e.d. ) = 

( Termijnbedrag x aantal maanden ) - oorspronkelijk bedrag

Slide 14 - Tekstslide

De € 120,- uit het vorige voorbeeld noemen we de annuiteit

Dit is een periodiek gelijkblijvend bedrag
Hierin zit zowel de te betalen rente als aflossing

Slide 15 - Tekstslide

Lenen
Koop op afbetaling <-----------------------------> Huurkoop
vaak een aanbetaling                                           geen aanbetaling
direct eigenaar                                              pas eigenaar na laatste                                                                                                        krediettermijn

Slide 16 - Tekstslide

Bij koop op afbetaling betaal je ... rente
A
geen
B
wel

Slide 17 - Quizvraag

Je kunt vandaag een nieuwe auto kopen voor
€ 15.000,-. Voor de betaling wordt een regeling getroffen.
Jouw oude auto ruil je in voor € 3.000,- en daarna betaal je 5 jaar lang € 230,- per maand. Hoeveel rente betaal je?
Geen €, wel . voor duizendtal, geen decimalen

Slide 18 - Open vraag

Opdracht
Benodigd bedrag = 15.000 - 3.000 = 12.000

Totaal betaalde bedrag = 60 x 230 = 13.800

Rente = 13.800 - 12.000 = 1.800

Slide 19 - Tekstslide

Hw.
Opgave 6.8

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 6.8.4
A
0,09 x 1.000
B
0,09 x 1.296
C
72 x 18
D
72 x 18 - 1.000

Slide 21 - Quizvraag

Leasen
Vaak Btob

Leasemaatschappij stelt een bedrijfsmiddel ( machine ) beschikbaar en de leasenemer betaalt een vast maandelijks bedrag

Slide 22 - Tekstslide

Leasen geeft bedrijven met ...(1) financiele middelen ...(2) mogelijkheden om uit te breiden
A
1> weinig 2> minder
B
1> weinig 2> meer
C
1> veel 2> minder
D
1> veel 2> meer

Slide 23 - Quizvraag

Leaseconstructies
Financial Leasing <------------------------> Operational Leasing
tussentijds niet opzegbaar                          tussentijds opzegbaar
na afloop vaak eigenaar                               na afloop geen eigenaar
onderhoud voor huurder                    onderhoud voor verhuurder
verzekering voor huurder                     verzekering voor verhuurder
lagere leaseprijs                                                         hogere leaseprijs

Slide 24 - Tekstslide

In een markt met veel technologische ontwikkelingen geven bedrijven vaak de voorkeur aan ...
A
Financial Lease
B
Operational Lease

Slide 25 - Quizvraag

Leasen
Steeds vaker bij Btoc

Private lease
Kenmerken van Operational lease

Officieel geen lening, maar wel registratie bij BKR

Slide 26 - Tekstslide

Opgave 6.9

Slide 27 - Tekstslide

Opgave 6.9
V A A A A
V V V A A
V V V A A
V V V A A

Slide 28 - Tekstslide

Opgave 6.11

Slide 29 - Tekstslide

Opgave 6.11
Zelfstanding nakijken via leermiddelen SomToday

Klassencode QQSECY


Voor volgende les meenemen boekje Onderneem 't Zelf

Slide 30 - Tekstslide