1.2 Je omgeving ontdekken

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Vandaag

- Vorige Les

- Nakijken

- Uitleg 1.2

- Maken opdrachten 

- Afsluiten

1.2 Je omgeving ontdekken 

Wat gaan we doen? 

weet je nog? 

paragraaf 1.2 

Maken opdrachten 

Lesdoel voor vandaag: 

- Kan je aan elkaar uitleggen wat een organisme is.

en wanneer je een organisme bent.

- Beschrijven hoe je kleine delen kunt bekijken 

- Vertellen hoe je een organisme opzoekt en beschrijft

Nakijken

We kijken opdracht 

3 + 4 + 7 + 8 + 12 +14 na

Heb je vragen? Steek je vinger op!

Leven

Vingers!

Wanneer is iets een organisme? 

Als het aan de 6 levenskenmerken voldoet

• Zes levenskenmerken:
  - Voeden                                                 - Groeien
  - Ademen                                                - Stoffen afgeven (uitscheiding)
  - Reageren op prikkels (waarnemen)     - Voortplanten

 

Er zijn zo veel dieren.......

Hoe kan je ze uit elkaar houden?

Je kan dieren herkennen door kenmerken.

Kenmerken zijn de dingen waaraan je een dier herkent. 

Mensen hebben alle dieren verdeeld in groepen.

Zoogdieren de belangrijkste groep. O.a. de mens

Kenmerken van zoogdieren:

• Huid bedekt met haren
• Ademhaling via longen
• Lichaamstemperatuur: Constant (warmbloedig)
• Voortplanting: levendbarend

Ze hebben dezelfde orgaanstelsels benoem ze:

kenmerken

Hele kleine organismen

Denk eens terug: Bouwstenen

Sommige dieren en weefsels en cellen kunnen wij niet zien met het oog.

Uitvinding: een hele goede verre kijker. (microscoop).

En als het klein is...

Voor kleine onderdelen van dieren of planten kan je een loep (vergrootglas) gebruiken

Voor hele kleine onderdelen gebruik je een microscoop

Preparaat maken

Preparaat bestaat uit:

- voorwerpglas/objectglas

- dekglaasje

Huiswerk 1.2

Werkboek blz 15

- Hoofdstuk 1.2 opdracht 1-10 in je werkboek.

- Nakijken via de laptop

Vandaag

- Vorige Les

- Nakijken

- Uitleg 1.2

- Maken opdrachten 

- Afsluiten

De microscoop

oculair = een ooglens, vergroot 10x

tubus = houder van het oculair

revolver = draaibaar magazijn voor de objectieven

objectief = lens in de revolver. Vergroot 4x, 10x en 40x

tafel = hierop ligt het preparaat

statief = hieraan houd je de microscoop vast bij vervoeren

stelschroef = hiermee stel je het beeld scherp. Er is een grote stelschroef en een fijne stelschroef.

lamp = lichtbron

diafragma = hiermee regel je de hoeveelheid licht

voet = hierop staat de microscoop

Een beschrijving moet de kenmerken duidelijk aangeven

Determineren --> 

Organisme zoeken op basis van de kenmerken  

zie blz 137

Huiswerk 1.2

Werkboek blz 15

- Hoofdstuk 1.2 afmaken

- Nakijken via de laptop

Afsluiten

Wat vond je van de les?

Wat vond je goed gaan?

Wat vond je minder goed gaan?

Heb je nog vragen?

(Huis)werk 

Maak opdracht 10, 13 t/m 15 & 18 t/m 22

Leer goed voor de toets!