Ik kan eenvoudige rekenopdrachten met E = P x t en P = U x I snel maken.
Ik begrijp dat de huisinstallatie een parallelschakeling is en kan de formules hier toepassen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Elektriciteit
Ik test mijn kennis over grootheden en eenheden.
Ik kan eenvoudige rekenopdrachten met E = P x t en P = U x I snel maken.
Ik begrijp dat de huisinstallatie een parallelschakeling is en kan de formules hier toepassen.
Slide 1 - Tekstslide
Welkom in deze digitale les!
Je werkt de les op je eigen tempo door. Kom je ergens niet uit of maak je fouten, maak daar dan een aantekening van. Volgende week bespreken we de les en gaan we verder met 1.4.
Slide 2 - Tekstslide
Laten we beginnen met wat voorkennis ophalen...
Slide 3 - Tekstslide
Je ziet hieronder een aantal schakelsymbolen. Plaats ieder schakelsymbool in het vakje met de juiste naam.
schakelaar
lamp
batterij
voltmeter
Slide 4 - Sleepvraag
De stroom in een parallelschakeling
A
is de stroom overal even groot
B
is er geen stroom
C
wordt de stroom verbruikt
D
verdeelt zich over de vertakkingen
Slide 5 - Quizvraag
De eenheid Ampère hoort bij...
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte
D
weerstand
Slide 6 - Quizvraag
Meet de spanning bij het eerste lampje.
V
A
Slide 7 - Sleepvraag
Verbindt de grootheden met de juiste eenheden.
Watt
Volt
Joule
Ampère
Spanning
Energie
Stroom sterkte
Vermogen
Slide 8 - Sleepvraag
Elektrische energie meet je met een?
A
Watt-meter
B
Ohm-meter
C
kWh-meter
D
Ampère-meter
Slide 9 - Quizvraag
De huisinstallatie: Spanning
Alle stopcontacten en dus ook alle apparaten in je huis in parallel geschakeld. De spanning in een parallelschakeling is overal gelijk. Je kan dat opschrijven als:
Slide 10 - Tekstslide
De huisinstallatie: Stroom
In een parallelschakeling splitst de stroom bij iedere vertakking. De totale stroom in de schakeling bereken je door de stroom in alle vertakkingen bij elkaar op te tellen. Je kan dat opschrijven als:
Slide 11 - Tekstslide
De huisinstallatie: Vermogen
Het totale vermogen van alle apparaten die zijn aangesloten krijg je ook door alles bij elkaar op te tellen. Je kan dat opschrijven als:
Slide 12 - Tekstslide
Vermogen
Samen met P = U x I en de formules die net zijn genoemd kun je tot de volgende formule komen:
(hier gaan we het in de les nog even over hebben)
Slide 13 - Tekstslide
Nu wat rekenopdrachten
Tip: na het inleveren staat er een uitleg. Vaak zijn er meerdere manieren om de opdracht te maken!
Slide 14 - Tekstslide
een stofzuiger van 750W wordt één uur gebruikt. Bereken de verbruikte energie in joule
Slide 15 - Open vraag
Bereken de energie van een windmolen die 800 kW levert en dit 5 uur doet.
Slide 16 - Open vraag
In een Huis zijn 5 lampen van 10 Watt, en een waterkoker van 300 Watt aangesloten. Berken het totale vermogen
Slide 17 - Open vraag
Bereken hoeveel energie de computer van 80W gebruikt in 1 uur.
Slide 18 - Open vraag
De groepen in je groepenkast (meterkast) kunnen maximaal 16 ampère doorlaten,