Blokles Bevolking

Blokles bevolking 2024




Mavo 4 | 2024 | blokles |bevolking 2019 (2e)
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Blokles bevolking 2024




Mavo 4 | 2024 | blokles |bevolking 2019 (2e)

Slide 1 - Tekstslide

Bevolkingsdiagram
Diagram(grafiek) waarin je de verdeling van de bevolking mannen aan de ene kant en vrouwen aan de andere kant, over verschillende leeftijdsklassen kunt zien

Slide 2 - Tekstslide

Bevolkingsdiagrammen

In de eerste fase van het demografische transitiemodel zijn zowel het geboorte- als het sterftecijfer erg hoog. Dit is ook te zien in deze bevolkingsdiagram, je ziet namelijk dat de voet van de pyramide, wat de mensen tussen 0 en de 15 jaar weer geeft, erg breedt is. Richting de top wordt hij al snel erg puntig. dit houdt in dat de bevolking vanaf 65 snel kleiner wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
1
In de 2e fase van het model maakt het land de eerste economische groei door.  Dit is ook duidelijk te zien aan de bevolkingsdiagram. Door de breede voet vertelt dat geboortecijfer nog steeds hoog is, maar er overlijden weinig mensen, het sterftecijfer is dalend. Dit is ook duidelijk te zien door dat de punt van de bevolkingsdiagram minder stijl wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
2
In de 3e fase van het model neemt de welvaart verder toe, daardoor wordt de groei van de bevolking afgeremd. Je ziet aan de voet van de bevolkingsdigram dat de geboortecijfer daalt, want hij wordt minder breedt. Het sterftecijfer neemt door de toenemende welvaart ook af, dit zie je doordat de top niet meer punt heeft, maar meer rond wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een granaat-vorm.
3
In deze fase kunnen vooral de rijke landen uit het centrum geplaatst worden. In de 4e fase is er een lage en vrij wel gelijke sterfte- en geboortecijfer. De bevolking neemt dan ook nauwelijks toe. De bevolkingsdiagram zal meer recht worden. In de toekomst zal het naar de 5e fase verschuiven, het geboortecijfer zal dalen en het sterftecijfer zal sterk gaan stijgen waardoor de bevolkingsgroei zal afnemen. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een urn-vorm
4/5
Piramide
Piramide
Granaat/
klok/ toren
Urn/ui

Slide 3 - Tekstslide

ontgroening
vergrijzing
jonge bevolking

Slide 4 - Sleepvraag

Demografische transitie
Demografie = Studie die kijkt naar:
  • aantal inwoners van een land;
  • leeftijdsgroepen;
  • afkomst.

Demografische transitie = de verandering in geboorte- en sterftecijfers door ontwikkeling van een land.

Slide 5 - Tekstslide

Fase 1
Fase 1: 
Hoge geboortecijfers.
Hoge sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: stabiel of langzame toename.

Fase 2
Fase 2: 
Hoge geboortecijfers
Snel dalende sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: hele snelle ..bevolkingstoename

Fase 3
Fase 3: 
Snel dalende geboortecijfers.
Langzaam dalende sterftecijfers..
Natuurlijke bevolkingsgroei: groei wordt langzaam minder.

Fase 4
Fase 4: 
Lage geboortecijfers.
Lage sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: weinig of geen groei.

Fase 5
Fase 5: 
Dalende geboortecijfers.
Stijgende sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: langzame ..bevolkingsafname..

Demografisch transitiemodel
Demografische transitie = De overgang van hoge geboortecijfers en hoge sterftecijfers naar lage geboortecijfers en lage sterftecijfers

Slide 6 - Tekstslide

Fase 1
  • Hoog geboortecijfer
  • Hoog sterftecijfer
  = bevolking blijft gelijk

Fase 3
  • Daling geboortecijfer
  • Laag sterftecijfer
  = bevolking groeit

Fase 2
  • Hoog geboortecijfer
  • Daling sterfecijfer
  = bevolking groeit

Fase 4
  • Laag geboortecijfer
  • Laag sterftecijfer
 = bevolking blijft gelijk (of krimpt)

Slide 7 - Tekstslide

En nu zelf aan het werk
Maak de volgende opgaves:
2019: 31, 32, 36, 38


timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

2019: Vraag 31 | Bevolking en Ruimte
antwoord
c

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 32 | Bevolking en Ruimte
Antwoord

Slide 10 - Tekstslide

2019: Vraag 36 | Bevolking en Ruimte
Antwoord

Slide 11 - Tekstslide

2019: Vraag 38 | Bevolking en Ruimte
Antwoord

Slide 12 - Tekstslide

Migratie
Jaren ‘50 / ‘60: vertrekoverschot
Daarna: Nederland = immigratieland 

4 groepen immigranten:
  1. gastarbeiders 
     Vanaf 1965, Marokkanen en Turken

 2. inwoners van de voormalige koloniën           Surinamers, Indonesiërs, Antillianen             voor studie of werk

Slide 13 - Tekstslide

Migratie
 3. Politieke vluchtelingen.
     (zijn niet veilig in hun eigen land)               Irakezen, Syriërs 
     Ook economische vluchtelingen


 4. Inwoners andere EU-lidstaten
     vooral uit Oost-Europa
     - voor studie of werk
     - seizoensmigratie

Slide 14 - Tekstslide

China: binnenlandse migratie
📍 van binnenland naar de kust, van west naar oost
📍 kustgebieden: grote steden als Shanghai, Shenzhen en 
     Guangzou.
📍werk: in fabrieken of in de bouw

Slide 15 - Tekstslide

Snelle urbanisatie na 1980
📍 Oorzaak = armoede op platteland / modernisering landbouw
📍 Hukou-systeem minder streng geworden
📍 1980: 80% bevolking woont op platteland
📍 Nu: 50% bevolking woont in stad!

Enkele feiten:
📍 110 steden met meer dan 1 miljoen inwoners
📍 7 megasteden: steden met meer dan 10 miljoen inw.

Slide 16 - Tekstslide

Hukou-systeem
Je moet blijven wonen waar je bent geboren.
Heb je geen Hukou dan ben je illegaal. Je hebt geen recht op:
  • onderwijs
  • gezondheidszorg
  • huis
  • uitkering

Slide 17 - Tekstslide

positieve gevolgen migratie China
  • Economische groei
  • Het platteland profiteert, migranten sturen geld op


Slide 18 - Tekstslide

negatieve gevolgen migratie China
  • Het platteland loopt leeg, door mechanisatie overbodig
  • Wie zonder toestemming verhuist, heeft geen recht op voorzieningen
  • Naar schatting 250 miljoen "drijvende bevolking". 
  • Groei megasteden aan de kust
  • Braindrain
  • gezinnen vallen uit elkaar 
       - kinderen groeien op zonder ouders
       - ouderen hebben niemand die voor hen zorgt

Slide 19 - Tekstslide

En nu zelf aan het werk
Maak de volgende opgaves:
2019: 33, 34, 40, 41, 44


timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

2019: Vraag 33 | Bevolking en Ruimte
antwoord
1 = onjuist
2 = onjuist

Slide 21 - Tekstslide

2019: Vraag 34 | Bevolking en Ruimte
antwoord
1 =  juist
2 =  juist
3 = juist

Slide 22 - Tekstslide

2019: Vraag 40 | Bevolking en Ruimte
antwooord

Slide 23 - Tekstslide

2019: Vraag 41 | Bevolking en Ruimte
antwoord
1 = veel
2 = hoge
3 = lager

Slide 24 - Tekstslide

2019: Vraag 44 | Bevolking en Ruimte
Antwoord
B

Slide 25 - Tekstslide

Concentrisch groeimodel
Sector-groeimodel
meerkernen-groeimodel

Slide 26 - Sleepvraag

Agglomeratie
  • 1880-1960
  • In de 19e eeuw trekken mensen massaal van het platteland naar de stad (urbanisatie) mechanisatie landbouw/fabrieken in stad .
  • Steden groeiden over hun stadsgrenzen heen en slokten omringende gemeenten op (agglomeratie)

Slide 27 - Tekstslide

Stadsgewest
Uitgebreider dan een agglomeratie. Door suburbanisatie ontstaan er nieuwe dorpen rondom de agglomeratie. Deze dorpen / wijken zijn vervolgens weer gericht op de centrale stad.

Slide 28 - Tekstslide

Demografisch gevolg suburbanisatie:
  • Jongeren trekken wegen, ouder blijven achter: vergrijzing,
percentage/aandeel ouderen neemt toe.
  • Gezinnen trekken weg, alleenstaanden blijven achter.
Economisch gevolg suburbanisatie:
  • Sociaal economisch lagere klasse/kansarmen blijven achter.
  • afname belastinginkomsten
  • minder investeringen in openbare ruimte= achteruitgang leefbaarheid
  • bepaalde voorzieningen halen de drempelwaarde niet en gaan failliet= afneme leefbaarheid.

Slide 29 - Tekstslide

Aantrekkingsfactor
Afstotingsfactor
Nieuwe baan 
Betere school voor kinderen
Noord-Groningen aardbevings gebied
Spoorlijn langs je huis
De Randstad
Geen werk kunnen vinden

Slide 30 - Sleepvraag

Ontstaan en groei Ruhrgebied 
  • vanaf 1870
  • mijnbouw en industrie, vooral steenkool
  • ligging langs rivier de Ruhr en Rijn gunstig
  • Steden werden supersnel groot
  • woonwijken groeiden aan elkaar vast tot 
een groot stedelijk gebied => zie kaart



Ruhrgebied

Slide 31 - Tekstslide

Waarom is het Ruhrgebied een krimpgebied? Wat doet de overheid hieraan?
  • vanaf 1960 gaan steeds meer fabrieken en mijnen sluiten 
     Gevolg = grote werkloosheid -> veel mensen trekken weg.
     Leefbaarheid was slecht, veel leegstaande fabrieken.
  • Oplossing = schoonmaken en herinrichten van deze industrieterreinen.
  • Bijvoorbeeld: museum in oude fabriek, uitgaan, winkelcentrum
=> reikwijdte is groot, er komen veel mensen uit Nederland om hier te gaan winkelen. (CentrO in Oberhausen)
  • woonwijken heringericht, lucht water en bodem minder vervuild.

Slide 32 - Tekstslide

Gevolgen groei Chinese steden
  • Agglomeratievorming--> verdwijning groen
  • Hutong (krottenwijk) maakt plaats voor hoogbouw
  • Congestie --> iedereen heeft scooter of auto
                              -->luchtverontreiniging
  • Gebrek aan voldoende en schoon drinkwater 
  • slechte riolering

Slide 33 - Tekstslide

En nu zelf aan het werk
Maak de volgende opgaves:
2019: 35, 37, 39, 42, 43, 45


timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

2019: Vraag 35 | Bevolking en Ruimte
Antwoord

Slide 35 - Tekstslide

2019: Vraag 37 | Bevolking en Ruimte
antwoord
 Er is nu meer groen.
− Er zijn nu meer voorzieningen voor horeca, vrije tijd en cultuur.
− Er zijn nu meer winkels/winkelcentra gevestigd.
− Er zijn nu minder goederenspoorlijnen.
− Er zijn nu geen mijnbouwterreinen meer.
− Er zijn nu minder industrieterreinen.
− De grote stortberg is nu verdwenen / meerdere stortbergen zijn nu
verdwenen.

Slide 36 - Tekstslide

2019: Vraag 39 | Bevolking en Ruimte
Antwoord

Slide 37 - Tekstslide

2019: Vraag 42 | Bevolking en Ruimte
antwoord
− ligging aan de Chiang Jiang (waardoor het achterland goed bereikbaar
is)
− verbinding met het achterland via wegen

Slide 38 - Tekstslide

2019: Vraag 43 | Bevolking en Ruimte
antwoord
B

Slide 39 - Tekstslide

2019: Vraag 45 | Bevolking en Ruimte
antwoord
− De grondprijzen in het centrum zijn hoog/stijgen, waardoor het
aantrekkelijker wordt om een wolkenkrabber te bouwen die minder
grondoppervlak nodig heeft dan laagbouw.
− Er is schaarste aan grond/ruimtegebrek.

Slide 40 - Tekstslide

Dank je wel voor je aandacht en inzet

Succes met je examens

Slide 41 - Tekstslide