Thema 4 Planten

1 / 131
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 131 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat heeft onze klassenplant nodig om te groeien en te blijven leven?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Waar vind fotosynthese plaats?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Stengels
D
Alle groene delen van de plant

Slide 18 - Quizvraag

Welke stoffen zijn nodig voor fotosynthese?
A
Water en koolstofdioxide
B
Koolstofdioxide, water en zonlicht
C
Zuurstof, water en zonlicht
D
Koolstofdioxide, glucose en zonlicht

Slide 19 - Quizvraag

Hoe wordt water door de plant opgenomen?
A
Stengels
B
Bladeren
C
Wortels
D
Bloemen

Slide 20 - Quizvraag

Welke stoffen ontstaan tijdens fotosynthese?
A
Water en koolstofdioxide
B
Koolstofdioxide, water en zonlicht
C
Zuurstof, water en zonlicht
D
Zuurstof en glucose

Slide 21 - Quizvraag

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor alle organismen?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Waar vind fotosynthese plaats?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Stengels
D
Alle groene delen van de plant

Slide 26 - Quizvraag

Welke stoffen zijn nodig voor fotosynthese?
A
Water en koolstofdioxide
B
Koolstofdioxide, water en zonlicht
C
Zuurstof, water en zonlicht
D
Koolstofdioxide, glucose en zonlicht

Slide 27 - Quizvraag

Hoe wordt water door de plant opgenomen?
A
Stengels
B
Bladeren
C
Wortels
D
Bloemen

Slide 28 - Quizvraag

Welke stoffen ontstaan tijdens fotosynthese?
A
Water en koolstofdioxide
B
Koolstofdioxide, water en zonlicht
C
Zuurstof, water en zonlicht
D
Zuurstof en glucose

Slide 29 - Quizvraag

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor alle organismen?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Een blad bestaat uit de bladsteel en de bladschijf
A
Waar
B
Niet waar

Slide 45 - Quizvraag

In het bladmoes zitten de cellen met veel bladgroenkorrels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quizvraag

De bladeren van de rode kool
hebben geen bladgroen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quizvraag

Hoe noemen we de bladrand
van een blad van de hulst?
A
Gezaagd
B
Getand
C
Gekarteld
D
Gegolfd

Slide 48 - Quizvraag

Hoe noemen we de bladrand
van een blad van de hondsdraf?
A
Gezaagd
B
Getand
C
Gekarteld
D
Gegolfd

Slide 49 - Quizvraag

het blad van de weegbree is .....
A
Gaaf en veernervig
B
Gespitst en handnervig
C
Gaaf en parallelnervig
D
Gespitst en parallelnervig

Slide 50 - Quizvraag

het blad van de lijsterbes is .....
A
Gezaagd en veervormig samengesteld
B
Getand en veervormig samengesteld
C
Getand en enkelvoudig
D
gezaagd en enkelvoudig

Slide 51 - Quizvraag

het blad van de plataan is .....
A
Gegolfd en handvormig samengesteld
B
Getand en handvormig samengesteld
C
Getand en enkelvoudig
D
gegolfd en enkelvoudig

Slide 52 - Quizvraag

De stengel zorgt voor stevigheid en draagt de bladeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 53 - Quizvraag

De stengel van een plant kan meters dik zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 54 - Quizvraag

1. Door de hele plant lopen transportbuisjes
2. Deze transportbuisjes noemen we vaten
3. Deze vaten liggen bij elkaar in vaatbundels
A
1 =Waar 2 en 3 = niet waar
B
1 en 2 = waar 3 = niet waar
C
1 = niet waar 2 en 3 = waar
D
1, 2 en 3 = waar

Slide 55 - Quizvraag

1. Houtvaten vervoeren water en opgeloste mineralen van de wortels naar boven
2. Bastvaten vervoeren water en glucose van de bladeren naar andere plantendelen
A
1 = waar 2 = niet waar
B
1 = niet waar 2 = waar
C
1 = waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 56 - Quizvraag

Bouw van de wortel:

Het wortelstelsel van een plant bestaat uit
een hoofdwortel met zijwortels
of uit bijwortels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 57 - Quizvraag

Functies van de wortel:

Bijna alle wateropname door een plant vindt plaats
in de wortelharen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 58 - Quizvraag

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Tekstslide

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Tekstslide

Slide 66 - Tekstslide

Slide 67 - Tekstslide

Slide 68 - Tekstslide

Onderdelen van de bloem:

Een bloem bestaat dus altijd uit de volgende onderdelen:
kroon, kelk, stamper en meeldraad
A
waar
B
niet waar

Slide 69 - Quizvraag

Onderdelen van de bloem:

De stamper ......
A
Is het mannelijk voortplantings-orgaan en bestaat uit helmdraad en helmknop
B
Is het vrouwelijk voortplantings-orgaan en bestaat uit helmdraad en helmknop
C
Is het mannelijk voortplantings-orgaan en bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel
D
Is het vrouwelijk voortplantings-orgaan en bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel

Slide 70 - Quizvraag

Onderdelen van de bloem:

De meeldraad ......
A
Is het mannelijk voortplantings-orgaan en maakt stuifmeel
B
Is het mannelijk voortplantings-orgaan en maakt eicellen
C
Is het vrouwelijk voortplantings-orgaan en maakt stuifmeel
D
Is het vrouwelijk voortplantings-orgaan en maakt eicellen

Slide 71 - Quizvraag

Slide 72 - Tekstslide

Slide 73 - Tekstslide

Slide 74 - Tekstslide

Slide 75 - Tekstslide

Slide 76 - Tekstslide

Slide 77 - Tekstslide

Kroonblad
Meeldraad

Kelkblad
Stamper

Slide 78 - Sleepvraag

Kroonblad
Meeldraad

Stamper

Kelkblad
Bloembodem

Slide 79 - Sleepvraag

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 80 - Sleepvraag

Bloem onderdelen met hun kenmerken en functies   
Kelkblad
Kroonblad
Meeldraden
Stamper
Mannelijk voortplantingsorgaan
Stempel, stijl, vruchtbeginsel
Lokken insecten
Produceert eicellen (vrouwelijke geslachtscellen)
Helmdraden en helm-knoppen
Produceert stuifmeel (mannelijke geslachtscellen)
Beschermt de bloem tegen kou en uitdroging
Groot en kleurrijk, soms klein en groen. 
Meestal groen

Slide 81 - Sleepvraag

Slide 82 - Tekstslide

Slide 83 - Tekstslide

Slide 84 - Tekstslide

Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Tekstslide

Slide 87 - Tekstslide

Slide 88 - Video

Slide 89 - Tekstslide

Slide 90 - Tekstslide

Slide 91 - Tekstslide

Slide 92 - Tekstslide

Slide 93 - Tekstslide

Van bloem tot vrucht

1. Een vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht
2. Een zaadbeginsel groeit uit tot een zaad
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 94 - Quizvraag

Van bloem tot vrucht

1. Een kastanje is een voorbeeld van een zaad
2. Een kersenpit is een voorbeeld van een vrucht
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 95 - Quizvraag

Van bloem tot vrucht

1. Een doperwt is een voorbeeld van een zaad
2. Een sperzieboon is een voorbeeld van een vrucht
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 96 - Quizvraag

Van bloem tot vrucht

1. Een pruimenbloesem heeft één zaadbeginsel
2. Een bloem van de watermeloen kan honderden zaadbeginsels bevatten
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 97 - Quizvraag

Een nieuw begin ..

1. sommige zaden worden verspreid door de wind
2. sommige zaden worden verspreid door water
3. sommige zaden worden verspreid door dieren
A
1 = waar 2 = waar 3 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar 3 = waar
C
1 = waar 2 = waar 3 = niet waar
D
1 = niet waar 2 = waar 3 = waar

Slide 98 - Quizvraag

Een nieuw begin

Aan een appelboom groeien heerlijke vruchten. De boom zelf heeft helemaal niets aan al dit heerlijks.
Waarom stopt de boom hier dan zoveel energie in?

Slide 99 - Open vraag

Slide 100 - Tekstslide

Slide 101 - Tekstslide

Slide 102 - Tekstslide

Kies uit het volgende lijstje de juiste onderdelen en sleep ze naar de goede plek.
Kroonblad
Stempel
Meeldraad
Helmdraad
Vruchtbeginsel
Stamper
Kelkblad
Helmknop

Slide 103 - Sleepvraag

Insectenbloem
Windbloem
geen opvallende
kroonbladeren
nectar
meeldraden 
in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel
kleverig

Slide 104 - Sleepvraag

Windbloem

Een windbloem wordt door .........................bestoven. De meeste hebben   .......................... gekleurde kroonbladeren.
De ........................... steken uit buiten de kroonbladeren zodat de wind het ............................. makkelijk kan meenemen. 
Op de buiten de bloem hangende  .....................  kunnen de stuifmeelkorrels blijven plakken.
Deze bloemen produceren geen  ...................    , de bloemen    ...................   niet sterk. 
Ze maken wel ...............................stuifmeelkorrels waardoor er meer kans is op ........................

kleine en onopvallende


heel veel

  geuren

stampers

 de wind
meeldraden

 stuifmeel

    nectar

   bestuiving

   bevruchting

        weinig

Slide 105 - Sleepvraag

Slide 106 - Tekstslide

Slide 107 - Tekstslide

Slide 108 - Tekstslide

Slide 109 - Tekstslide

Slide 110 - Tekstslide

Slide 111 - Tekstslide

Slide 112 - Tekstslide

Slide 113 - Tekstslide

Slide 114 - Tekstslide

Slide 115 - Tekstslide

Slide 116 - Tekstslide

Slide 117 - Tekstslide

Slide 118 - Tekstslide

De grote groente en fruit quiz!
Is het groente of fruit?
Of welk onderdeel van de plant is het?

Slide 119 - Tekstslide

Slide 120 - Link

Avocado
A
Groente
B
Fruit

Slide 121 - Quizvraag

Broccoli
A
Groente
B
Fruit

Slide 122 - Quizvraag

Pompoen
A
Groente
B
Fruit

Slide 123 - Quizvraag

Olijf
A
Groente
B
Fruit

Slide 124 - Quizvraag

Tomaat
A
Groente
B
Fruit

Slide 125 - Quizvraag

Sla
A
Stengel
B
Bloem
C
Blad
D
Wortel

Slide 126 - Quizvraag

Bloemkool
A
Stengel
B
Bloem
C
Blad
D
Wortel

Slide 127 - Quizvraag

Radijs
A
Stengel
B
Vrucht
C
Blad
D
Wortel

Slide 128 - Quizvraag

Komkommer
A
Stengel
B
Vrucht
C
Blad
D
Wortel

Slide 129 - Quizvraag

Prei
A
Stengel
B
Vrucht
C
Blad
D
Wortel

Slide 130 - Quizvraag

Slide 131 - Tekstslide